Leuk blog?
-
Reisverslagen:
- Het raadsel van 95,6 minus 8,3 is 95,8..
- Beter ten hele gekeerd…; over een goddelijke tocht, zonder apotheose
- Gang met de gieren
- A walk in the woods*
- Rotsen en sneeuw
- Wandelen in de wolken
- Canal del Trea, een zware dag!
- Ruta del Cares, imposant en overweldigend
- Het avontuur kan beginnen!
- De eerste ‘etappe’: lekker lang zitten.
- De Toppen van Europa
- Laatste ronde, ter afsluiting
- Een ronde richting de afronding
- Een ronde naar de ogen van Cabriel
- Rondje slaapplek zoeken
- Een rondje klimaatverandering ervaren
- Een rondje fietsen in de Sierra de Albaracín
- Epiloog: ‘El Cid’ heeft zijn doel bereikt
- ‘Rust’dag, voor de eind‘sprint’
- Varia: een foto update
- Topdag, met herdershond
- Herten verjagen hersenspinsels
- Voorwaarts: “El Cid” maakt kilometers!
- Burgos – beeldenstad
- Een dagje flink doortrappen op… de Via Verde!
- Fluitje van een Eurocent
- Bilbao = ‘Vau’
- Cirkel weer rond
- Over een lus in de weg, een boottocht en een norse huttenwaard
- Over plagen en het paradijs
Reisarchief
- juni 2024 (7)
- mei 2024 (4)
- oktober 2023 (6)
- mei 2021 (10)
- oktober 2019 (7)
- oktober 2018 (4)
- september 2018 (10)
- augustus 2018 (4)
- juli 2018 (1)
- augustus 2015 (5)
- juli 2015 (2)
- mei 2015 (14)
- april 2015 (7)
- juli 2011 (10)
- juni 2011 (12)
- mei 2011 (19)
- april 2011 (3)
- maart 2011 (1)
Biking Banker:
The blog of a banker
who likes biking,
from Holland,
all the way to Spain"What?? Is he nuts..?!
On a bike!?
I thought bankers used
their bonusses fore more
sophisticated travels.
Thát must be the crisis...!"
Nou, de allerlaatste dan..
Geplaatst in Reisverslagen
2 reacties
Wat wederom nog rest..
19 Mei. Ca. 4km gefietst. Gefietst? Je bent er toch al? Ja, maar er waren nog zo wat dingen te regelen.. Vóór vertrek, ik denk zo’n vijf maanden geleden, zocht ik per email contact met een aantal fietsenwinkels in Sevilla, met de vraag of zij een fietsdoos voor mij konden regelen, voor het transport terug naar NL. Victor, van Taller de Bicicletas, was de eerste met een positieve reactie. Of ik een maand van tevoren nog wel even een reminder wilde sturen, om hem te helpen herinneren. Zo gezegd zo gedaan: tijdens de tocht zoek ik weer contact met Victor. Hoeveel ik er wil hebben? Mwâh, doe maar een stuk of twintig, maar nee, ik antwoord braaf dat het maar om één Rocinante gaat.. De maat? Ook die voldoet, als ik het stuur en de pedalen verwijder, hoewel de Nederlandse doos van Halfords wel wat groter is.. (langere mensen, grotere fietsen en.. juist ja).
In Sevilla aangekomen is het allereerste wat ik doe Victor opzoeken, op de Avda Recaredo. Ik denk: bepakt en bezakt maakt meer indruk en hij ziet direct hoe mijn fiets eruit ziet. Maar de maten waren vooraf per email al gecheckt, dus dat zou goed moeten zijn. De fietsenwinkel is een heel klein zaakje en Victor is druk aan het werk. ‘Ah, Frank, lo siento (= helaas), de doos moest terug naar de leverancier in verband met een verkeerde bestelling en.. (heel verhaal, waarvan ik de helft begrijp). Geen doos dus! Kan je het je voorstellen? Máánden van te voren geregeld; een paar weken vóór aankomst regelmatig emailcontact en ‘no problema’, die doos heeft ie wel? Dat zijn van die momenten dat ik ‘de Spanjaard’ verwens.. Maar vergeet dit direkt; ik heb zoveel positieve ervaringen, dat deze mindere gebeurtenis eigenlijk het vermelden niet waard is. Maar niet om het een of ander: ik had er vóór vertrek eigenlijk stilletjes al rekening mee gehouden… Mijn láátste Halfords-doos, gescoord vóór het tragische faillissement van deze mobiliteits-icoon in Nederland, had ik voor vertrek al helemaal ingepakt voor het geval dát… Opgevouwen en in plastic folie gewikkeld, klaar voor Mieke om mee te nemen op haar vlucht naar Sevilla. Af en toe verwens ik mezelf over zoveel geregel vooraf; denkend aan Mel: ‘take life as it gets..?’ Maar hij werd wel geconfronteerd met een dubbelgevouwen wiel na aankomst in Spanje..
Lang verhaal kort: ik ga ongeveer tien fietsenwinkels langs om te vragen of zij een doos hebben, maar ofwel: ‘al aan een een andere Hollander meegegeven’ (hé, er zijn er dus meer..?), danwel te klein of net kapot gemaakt om weg te gooien. Tien winkels? Het stikt ervan in Sevilla! Sevilla is een fietsstad! Mijn laatste kilometers rijd ik over een onverhard fietspad linea recta de hoofstad van Andalucía binnen. Langs een ornitologisch ‘parque natural’, waar het stikt van de zwarte en witte ibissen.
Granada fietste ik binnen via een fietspad langs de rivier, maar deze binnenkomst is niet minder relaxed. De stad is vergeven van de groen geplaveide fietspaden, tot diep in het centrum!
Maar al die fietswinkels kunnen mij dus helaas niet helpen, hetgeen betekent dat mijn ‘plan noodgeval’ in werking treedt: Mieke moet de Halfords-doos meenemen, inclusief de pakkettape die ik voor haar vertrek heb klaargelegd.. Voor haar meer gesjouw, maar die fiets (oyé, niet zo denigrerend na zoveel kilometers…) sorry, Rocinante wil ik wel weer thuis hebben na deze tocht!
Hetgeen dus de verklaring is voor mijn gereden kilometers vandaag, maar hé, ‘no te preocupes’, als je ruim 1300 warme, zware, maar óngelooflijk mooie kilometers heb gefietst.. wat zouden die kleine irritaties aan het eind dan zijn? Een rimpel in een vat vol geluk.. een echo in een mooi concert.. ..¡Camarero! Otro vino por favor!..
Geplaatst in Reisverslagen
2 reacties
Over een ‘pr’etje, over diverse ontmoetingen en over hoe Rocinante stal ruikt
18 Mei. 96km gefietst. Warm, maar aangenaam, afgezien van een 30km-traject door glooiende graanvelden zonder enkele schaduw. Die graanvelden zijn even mooi, maar na een tijdje worden ze toch wel een beetje saai.. Het begin vandaag was fantastisch mooi over de Via Verde de la Sierra. Groene beboste heuvels, met af en toe woeste rotspartijen. Bij een ervan, wat later de Peñon de Zaframagón blijkt te zijn, zie ik weer een enorme troep gieren cirkelen. Ze draaien rondjes op de beginnende ochtend thermiek, om na een tijdje op een rotspunt te gaan zitten. Ze zitten met z’n allen keurig op een rij naar beneden te kijken, in mijn fantasie naar die vreemde vogel op het fietspad. Ik maak foto’s met mijn camera, omdat de telefoon hier niet voldoende op in kan zoomen. Ik zal kijken of ik die foto’s ook kan laten zien.
Het begin van deze Via Verde start vanaf een voormalig stationnetje, dat tegenwoordig dienst doet als hostal. Helaas hoorde ik gisteren al dat het zondag gesloten (!) zou zijn, vandaar dat ik in Olvera, een stadje met een enorme kerk bovenop een rots uitkijkend over het plaatsje, overnacht in pensión Medina (36.935291,-5.258947).
Na de ontmoeting met de gieren passeer ik een volgend voormalig station in Coripe, dat wel open is, voor koffie althans. Buiten staan twee paarden met mooie zadelkleden. De caballeros zitten binnen aan het ontbijt, terwijl ze druk aan het bellen zijn. Niet in voor een praatje zo te zien, dus ik kan ze geen vragen stellen over de mooie versierselen die de paarden dragen. Eén van de ruiters draagt fraaie Spaanse rijlaarzen, mét scherpe punt naar achteren weliswaar.
In een kleine vitrine in het stationnetje liggen felgele T-shirts, zoals ik ook aan heb tijdens het fietsen. Toevallig dacht ik laatst dat ik nog wel zo’n sportshirt zou willen hebben, want je valt goed op op de fiets (voor ander verkeer bedoel ik). Laten deze (sport)shirts in de vitrine nu bedrukt zijn met de rots en met de gieren die ik net heb gefotografeerd..! Toeristisch of niet, dat shirt koop ik dus.
Die eerste 36km waren dus heerlijk rustig. Een dalende via verde en vrijwel geen ander verkeer. Een stuk of twintig tunnels waar het licht om de zoveel meter aanspringt als je je in de tunnel fietst. Voor de zekerheid draag ik een hoofdlamp, omdat de verlichting van de via verde bij Valencia nog wel eens was uitgevallen. Mijn fietsverlichting is niet heel fel namelijk. En iedere keer als ik in een tunnel fiets vliegen allerlei vogels de tunnel uit (nee, geen gieren.. 😉 ). De mussen en andere kleine soorten verblijven daar ongetwijfeld vanwege de koelte of soms voor het water dat op plekken naar beneden sijpelt. Af en toe spot ik een vleermuis.
Maar dat ‘pr’-etje dan? Dat heb ik van Quirin de Veer, die ik in 2011 ergens halverwege Frankrijk tegenkwam en met wie ik een middag opfietste en aan het einde van de dag een gezellige maaltijd nuttigde. Hij reed die dag een persoonlijk record (ik geloof iets van 130km) en noemde dat zijn ‘pr’-etje.
Nu, vandaag had ik met 96km mijn ‘pr’ van deze tocht. Ik ben dan ook bekaf…!
Een leuke ontmoeting destijds, maar tijdens deze trip heb ik ook al aardig wat fietsers begroet. Naast Ruud (Ruud, waar zit je nu?) kwam ik in Purullena (bij Guadix) Eugène en Margrit(a) tegen, uit Beek bij Nijmegen. Zij fietsen een rondje Andalucía vanuit Malaga. Voor mij was Purullena het einddoel; zij willen nog verder, richting Granada.
Na mijn vertrek uit Malaga kom ik twee Zwitsers tegen, die net de dag ervoor in Malaga zijn aangekomen. Jerome en nog een naam die ik niet verstaan heb. Je wisselt dan even wat informatie uit. Zij rijden op een Michelin kaart, in combinatie met een forse Ipad. Hun eerste doel is Ronda, maar via een andere route dan die ik (oorspronkelijk) zou doen.
En heb ik al iets gezegd over Melvin, een Brit van tegen de 70, die uit Guatamala komt? (‘Oh please call me Mel..’). Totale chaoot, maar van het leuke soort, die met een veel te grove kaart zijn weg zoekt (en vindt!) en die vrijwel steeds wild kampeert. Als hij mijn boekje ziet begint hij allemaal aantekeningen te maken op de achterkant van de verfrommelde kaart, die het gebied inmiddels niet meer dekt. Ik vraag of hij een mobiele telefoon heeft? Dan kan hij wellicht foto’s maken van mijn boekje.. ‘Oh gosh, yes I bought one when I arrived in Spain, just for emergencies, in case something happens with my mum (!) in England.’ Hij haalt een simpele Nokia uit zijn tas en probeert hem aan te zetten. ‘Ah well, no battery, so that won’t work. Anyhow, I don’t think there’s a camera on this phone..’. Heerlijk, zo’n figuur. Of zijn moeder het niet vervelend vindt dat hij zo ver weg woont? ‘No, my mum and I don’t get along very well, at least not for too long..’. Dan heeft hij een goede plek op aarde uitgezocht om niet te vaak bij haar langs te hoeven gaan, denk ik bij mezelf, maar zeg het uit beleefdheid maar niet.
O ja, hij vervoerde zijn fiets in het vliegtuig in een zak.. Bij aankomst was zijn achterwiel compleet verbogen. Hij moest eerst een nieuw wiel kopen, alvorens te kunnen starten. Mel wil naar Noord Spanje en misschien wel via Frankrijk naar Engeland. ‘But I take it as it gets’ is zijn motto. Dat moeten we zeker doen!
Een paar dagen na de ontmoeting met de fietsers uit Beek, wil ik vóór de forse afdaling naar Malaga (ik had mijn remblokjes nog niet laten verwisselen, dus ik zit iets minder ‘lekker’ in steile afdalingen, waarbij deze ook nog eens twee keer een 360¤-draai maakt, onder de eigen weg door!) nog even bij een fraai uitkijkpunt een kop koffie drinken, bij een strategisch gelegen bar. Ik rijd het terras op en wie zitten daar: Eugène en Margrit! Een bijzondere ontmoeting, niet in de laatste plaats omdat het alarm van de bar aan het loeien is en zij op het terras, in dat geluid, genieten van het uitzicht! De dikke dame van de bar staat te tieren en te schelden in de telefoon, maar het alarm blijft loeien.
Of ik ook een kop koffie mag bestellen? Ik ben geen ladrón, zeg ik voor de zekerheid. Ook tegen mij tiert ze onverstaanbare zinnen, maar ik krijg wel koffie, waarmee ik mij bij de fietsers uit Beek vervoeg.
Wat een weerzien! Wat is hun plan? Vanwege de hitte breken zij hun tocht eerder af en zijn nu onderweg naar Malaga, waar zij die namiddag met het vliegtuig naar Weeze vertrekken.. als hun fietsdozen er nog staan tenminste, die ze bij aankomst daar hebben achtergelaten. Eugène maakt zich geen zorgen, maar Margrit zit een beetje op hete kolen.. Zij fietst overigens op een zeer stoere zwarte fiets, met volledig zwarte fietstassen. Mijn eerste veronderstelling, dat dat de fiets van Eugène is, blijkt dus weer een mooi vooroordeel te zijn! Nee, zij is de stoere; haar blonde haar contrasteert fraai bij de ‘outfit’. Eugène gaat, net als ik en zovele anderen die ik tegenkom, in de rode versie (zo, dat belangrijke fiets-mode-detail hebben we ook weer gehad..).
In ieder geval, Eugène en ik zitten lekker te kletsen en zouden nog wel even willen blijven zitten, maar Margrit en niet te vergeten het alarm zijn ‘onverbiddelijk’. We moeten nu écht gaan. De dikke dame loopt nog steeds te tieren en dat maakt het er natuurlijk niet rustiger op. Na een ‘goede reis’ dalen zij af. Ik wil nog even naar de servícios, maar wordt gesommeerd niet naar binnen te gaan, vanwege het alarm. Maar dat loeit toch al? Nee, het kan niet… Na enige tijd zet ik ook maar de afdaling in. Met niet alleen maar samengeknepen vingers…
In het mooie plaatsje Setenil volg ik de instructies uit het boekje, om in het plaatsje een bepaald straatje te nemen. Een leuke tip, want het straatje bestaat uit een enorme overhangende rots met daaronder allemaal restaurantjes en barretjes, die tjokvol zitten rond het middaguur. Er is aan een paar hoge tafeltjes met barkrukken, net naast het riviertje dat langs de rots/kloof loopt, nog plek maar wel bij twee mensen die er al zitten. Of ik mag aanschuiven? Geen probleem. Het blijkt een jong stel uit Sevilla te zijn. Ik vraag aan de ober een koffie, maar dat hebben ze niet.. Het blijkt een jamonería, waar je naast lekkere ham alleen wijn en bier kan krijgen. Ik kijk naar de bierglazen van mijn tafelgenoten en denk, vooruit, ééntje dan. Gelukkig een klein flesje van 200ml. Na een tijdje praten wil ik afrekenen om verder te gaan, maar dat mag niet! Het is twee tegen één zegt het stel: zij betalen. Ik verlies en win tegelijk. Ontzettend aardig! De vrouw wil ook zo graag een keer een fiets- of wandeltocht maken. Ik zeg: gewoon doen! Niet wachten tot je pensioen.
Als ik even later het dorpje uitfiets, wat een vreselijk steile 12% blijkt te zijn, passeren zij mij met de auto. Ze lachen, maar zij kijkt ook een beetje bezorgd: moet ik dit dan ook doen? Ík heb in ieder geval wel een beetje spijt van dat biertje, dat probleemloos de weg naar mijn benen heeft gevonden..
Maar inmiddels ben ik op 44km Sevilla genaderd. Ik ben een dag eerder dan gepland. M komt de 20ste, dus kan ik nog wat dingen regelen. De gebruikelijke Lavomatic (wasserij) en de fietsdoos natuurlijk. Een paar maanden geleden heb ik contact gezocht met een fietsenwinkel in Sevilla en Victor, van Talleres de Bicicletas, wil mij er zonder probleem een leveren. Wel even checken of ‘ie groot genoeg is. Spanjaarden zijn meestal niet zo groot, dus doorgaans ook hun fietsen niet. En dus hun fietsdozen… Afijn, beter even tijdig gaan kijken.
Dat betekent dat ik alweer bijna afscheid van jullie ga nemen. Maar niet nadat ik nog wat foto’s laat zien en mijn laatste kilometers zal beschrijven. Ik heb jullie reacties weer zeer gewaardeerd! Dat smaakt naar meer (.. meer fietstochten, meer verhalen, meer reacties!). Maar om met Mel te spreken: we zien wel hoe het loopt. Dat is een wijs motto dat ik zal onthouden!
Geplaatst in Reisverslagen
4 reacties
Over een drukke omweg, windkracht 5-6 en een Amerikaanse camping
17 Mei, 65km gefietst. Warm en een enorme harde wind. Om die reden heb ik weer een verandering in de route aangebracht. Vandaag stond Ronda op het programma, maar twee factoren doen me anders beslissen. De snoeiharde wind (tegen) en het feit dat er nog een flinke dubbele col tussen het start- en eindpunt te nemen is. En dat met wind tegen vind ik iets teveel gevraagd.. En bovendien heb ik Ronda al eens met Kees bezocht, als een verlengd clublustrum in? 1999, zei je Kees?
Dus kies ik een route voorbij Ronda over een aantal wegen die wel wat drukker zullen zijn, maar in ieder geval minder steil én, bovendien, niet met wind tegen, maar van opzij. Al fietsende over deze zelf gemaakte variant vraag ik mij af of dit wel slim is. In 2011 heb ik al eens over grote nationale (N-) wegen gefietst, maar die hebben een hele brede vluchtstrook, zodat je je, ondanks het met 120-130 km/u voorbij razende verkeer, eigenlijk best wel veilig voelt. Maar deze A-weg heeft nauwelijks vluchtstrook, zodat ik er toch maar op moet vertrouwen dat de Spanjaarden doen wat ze geleerd hebben bij rijles: inhouden, richting uitsteken en er met een grote boog omheen rijden. Gelukkig doen de meesten dat, maar de sensatie van harde wind van opzij, het geluid van naderende bussen en, erger, aanstormend inhalend verkeer maken de 30km over deze A-weg niet aangenaam. Bovendien zitten in deze doorgaande weg ook stijgingen en dalingen, zij het veel minder steil dan de oorspronkelijke route, maar mijn snelheid loopt omhoog wel terug tot 7-8 km/u en dat is alsof je stilstaat ten opzichte van het andere verkeer. Op een afdaling begint m’n stuur te slingeren door de zijwind, dus dat zijn van die momenten dat je wil dat je een uurtje later in je leven bent aangeland (weet je nog HK, komend vanaf de Neuer Reutlingerhütte..?). Het zijn natuurlijk maar 30 km, maar het lijkt wel eindeloos. Gelukkig kan ik daarna een afslag nemen, naar een stil weggetje, waarbij de wind zowaar in de rug komt.
Nog zoiets: omdat het een eigen variant is vraag ik in een dorpje nog eens extra de weg aan een man die op de hoek van de straat staat. Hij vraagt direkt of ik Frans spreek.. Oké, de weg vragen in het Frans lukt ook nog wel, maar na zijn uitleg begint hij over zijn zieke dochter en dat hij zijn geld in de bus heeft laten liggen en of hij even met mijn telefoon mag bellen. Nou vraag ik je, in Spanje, in een klein dorpje, een man op de hoek van de straat, nu niet direkt een toeristische bestemming (los van die vreemde Nederlanders die er met de fiets doorheen trekken) en dan zo’n verhaal ophangen? Ik wimpel hem af en wijs naar het benzinestation dat ik iets verderop zie. Hij dringt gelukkig verder niet aan, maar ik ben daarna op mijn hoede..
Dit dorpje verlatend stijg ik weer licht een helling op en zie in de verte een aantal paarden en mannen erbij en iets dat van een afstand lijkt op een grote woonwagen. Hoe groot het cliché ook is, maar na die ervaring van daarnet ben ik echt even in de ‘het zal niet waar zijn’-modus. Rondtrekkende lieden en om geld bedelen kan maar één ding betekenen. Mijn snelheid is door de helling helaas uiterst traag; het schouwspel dat ik nader komt daardoor ook tergend langzaam zuiver in beeld. Ik zie nog wel een racefietser van de andere kant passeren en daar gebeurt verder niets mee.
Enigszins op hoop van zegen zie ik inmiddels van kortere afstand dat het mannen zijn die hun paarden aan het zadelen zijn en dat die ‘woonwagen’ een jeep-achtige auto is met een enorme imperiaal op het dak, met door middel van kleden bedekte spullen (zadels bijv.?). De mannen maken grappen onderling en als ik passeer roep ik: vamo’ hombre’ (wat ik iemand tijdens een voetbalwedstrijd hoorde roepen; ze slikken hier in het zuiden de ‘s’ steeds in). En ik kríjg toch een joviaal geroep terug! Lachend en instemmend wordt ik goede reis gewenst. Tsja, wat doet dat nu met je vooroordeel, dat ik een paar minuten eerder nog vreesde… Verbrijzelen!! Ik wou dat ik gestopt was om een foto van ze (te vragen) te maken, maar ik was nog te gespannen om dit te doen (NB: voor noodgevallen heb ik overigens een uitgeklapt kartelmes van mijn leatherman in mijn stuurtas voor het grijpen…).
Dat was dus vandaag. Maar gisteren was weer zo’n paradijselijke ervaring. Na ook zo’n 60km, met een forse klim aan het eind, kom ik bij een stuwmeer (Embalse de Guadelhorce, met een gigantische kloof aan het begin: de Gargantia) waar een camping moet zijn. Een eerder bordje verwijst naar een camping, die volgens een local al twee jaar dicht is, maar Parque Ardales verderop zou open moeten zijn.
Heb je ooit wel eens in een Amerikaans Nationaal Park op een camping gestaan? Nou deze (36.923093,-4.805544) zou er zo voor door kunnen gaan. Alleen de beren en de ‘bearboxes’ ontbraken helaas (nou ja, helaas?). Grote dennen met zanderige bodem, een azuurblauw meer en voor iedere kampeerplek een picknicktafel en banken, zij het hier van steen en niet van hout. Prachtig! Geen stroom, geen wifi, maar natuurschoon en een heerlijk bad voor de (tent)deur. Ik ben er direkt ingesprongen, in fietskleding… Eten voor de tent, wijntje erbij.. en ik ga heerlijk slapen.. (dacht ik).
Het waren geen beren die me uit mijn slaap hielden, maar de wind begint gisteravond op te steken en blaast mijn tent (die ik zonder scheerlijnen heb opgezet) bijna omver. Een tent wat verderop, alleen een binnentent en helemaal zonder haringen, wordt zowat dubbel geklapt. Die van mij klappert de hele nacht, zodat ik ondanks oordoppen (tegen vogelgeluiden vanaf 6 uur) en een ooglap (tegen daglicht, idem) niet echt rustig een oog dicht doe. Maar ja, in een Amerikaans natuurpark kan je door iets anders uit je slaap worden gehouden…
Geplaatst in Reisverslagen
12 reacties
Foto update 4
Tijd voor wat plaatjes. Ik zit op een terras in Malaga (36.721888,-4.420621), dus het kan even duren. Hooguit een paar foto’s van het Alhambra, want anders moet ik op dit terras overnachten (wat best zou kunnen bij deze temperatuur..).
Geplaatst in Reisverslagen
4 reacties
Over ‘a change of plan’, over ‘mucho calor’ en over de eerste duik
13 Mei, 80km gefietst, in bijna 40¤.. Het is wat de Spanjaarden dagelijks tegen elkaar zeggen: ‘Aahh, mucho calor’. Maar vandaag is wel uitzonderlijk. Fietsen in warmte vind ik heerlijk, maar bij 35¤ ligt bij mij een onzichtbaar omslagpunt. Hoe heet dat ook weer in de chemie: met één druppel van heldere vloeistof, naar troebel. Wie het weet mag het zeggen!
Maar in ieder geval wegen de kilometers boven dat punt dubbel zo zwaar. En dat gezegd hebbende, mijn kilometerteller heeft er daardoor (?) nu ook de brui aan gegeven. Iedere keer als ik hem aanzet schiet ‘ie in de instelstand: weg ‘ODO’, weg ‘DIST’. Alles weg, de fietsers onder jullie weten wat dat betekent: al je ijkpunten verdwenen, je zekerheid weg, je identiteit ‘verschwunden’. Ik drijf door, ik weet het, maar als je dag bestaat uit kilometers tellen, hoogtemeters vreten, en uitrekenen hoeveel je nog moet zwoegen voor de volgende verlossende daling, dan kan je je voorstellen dat dat kleine apparaatje een magische functie heeft. Maar deze heeft me in de steek gelaten. Iedere keer als ik over hobbels fiets, of als ik even stil heb gestaan en het ‘ding’ weer aan wil zetten, dan gaat ‘ie op fabrieksinstellingen, dus alles blank, alle historie weg.. Hopeloos!
Maar zoals met veel problemen, de oplossing dient zich vaak vanzelf aan. In Cazorla raadde Ruud mij de app Strava aan. Ik heb hem daar geïnstalleerd, maar sindsdien nog niet gebruikt. En nu biedt deze op GPS-gebaseerde applicatie een uiterst welkome vervanging voor mijn haperende fietskilometerteller. Sterker: ik wilde dat ik hem al vanaf het begin van de reis gebruikt had. Prachtig: je dagafstand, je hoogtemeters, zelfs je calorieverbruik (wat weten ze daar nu van? Ik vermeld toch niet wat ik consumeer tijdens mijn tocht?!). Maar goed, aan het eind van de dag keurig de route in kaart gebracht, het hoogteprofiel in beeld, en alle punten waar ik even stopte voor een foto of een kop koffie.. je kan zelfs mensen jou laten volgen, maar dat gaan we niet doen! Dan zien jullie feilloos hoe vaak ik verkeerd fiets en weer ben omgedraaid… Er moet toch wat geheim blijven, nietwaar?
Maar de temperatuur en die haperende kilometerteller hebben me wel iets anders doen besluiten. Ik ga van de oorspronkelijke, op Google Earth geplotte rode draad afwijken. Was ik in de planning van de tocht nog van zins om níet de route naar de kust te nemen, door de hitte en door het aanstaande hoogteprofiel van de binnenland-variant heb ik besloten om wél naar de Middellandse Zee af te dalen. Heerlijk een dag luieren aan het strand en wat ook belangrijk is, in Malaga, want dat is het volgende doel, zit een goede (Nederlandse) fietsenmaker. Mijn remblokjes zijn node aan vervanging toe! De afdalingen van de laatste paar dagen waren niet alleen een aanslag op mijn vingers, maar de remblokjes zijn daardoor ook tot een niet APK-waardige dikte afgesleten.
Kortom: ‘a change of plan’. ‘Dat jij dat doet?’, hoor ik M denken. Ik ben nogal plan-standvastig nl. Maar nood breekt wet en a) de zon en temperatuur heb ik niet in de hand en b) de slijtage van de remblokjes evenmin, of ik zou moeten besluiten om bij de volgende Z-bocht mijn vingers (en de remblokjes) te sparen. Dat ik daarmee andere onderdelen logenstraf (zowel van mijzelf als van Rocinante) moge duidelijk zijn…
En die duik? Ja, dat was erg lekker. Ik kampeerde gisteren bij het Embalse de los Bermejales (36.994297,-3.880207), een mooi stil stuwmeer, met een redelijke en stille camping (dat is in het weekend wel anders vertelde een standplaatsgast mij). Je moet je voorstellen: Spaanse campings bestaan voor 90% uit vaste caravanplaatsen, die per perceel nog eens overkapt zijn door een tentdoekzeil, en de luttele 10% voor trekkers zijn meestal kleine grasveldjes, net ‘onder de rook’ van de stamgasten. Wat was ík blij dat het geen weekend was…
In ieder geval was de ligging van de camping mooi, direkt aan het stuwmeer en ik heb dan ook van de gelegenheid gebruikt gemaakt om de eerste duik in het water te nemen. Redelijk fris, maar zeker verfrissend. En dat smaakt dus naar meer. Reden genoeg om naar de Mediterraneo af te dalen, toch?
Naschrift: door het ‘gedoe’ met de kilometerteller kan ik ook niet eens laten zien dat ik de 1000km ben gepasseerd! Er resten nog slechts een luttele 375, maar behoorlijk afmattende kilometers. Ik wil nog naar Ronda, één van de bekende ‘pueblos blancos’, maar als je weet op welk een steile kloof dat dorp ligt, dan vergaat je het lachen.. (ja, dat van jullie niet natuurlijk).
In ieder geval: 1000km met maar één lekke band (op dag 1!) en een haperende afstandsmeter… Mij hoor je niet mopperen! 😀
Geplaatst in Reisverslagen
7 reacties
Over het hart van Andalucía en hoe je een rustdag vol kan plannen..
Ik ben inmiddels na 944km in Granada aangekomen. Het hart van Andalucía. Prachtige stad, maar dat zei ik de vorige keer ook al. Ik heb via internet een kaartje gekocht voor het Alhambra, voor maandagochtend 8:30, lekker vroeg als het nog niet zo warm is. En om 17:00, als het minder warm begint te worden, een stadswandeling met en engels sprekende gids. Het hostal dat ik geboekt heb ligt echt in het hart van de stad aan het knusse Plaza de la Universidad ( 37.17842,-3.601704). Een kleine kamer met net iets meer dan Frans balkon, met een zonnescherm er overheen hangend, je kent het misschien wel, zo een met horizontale latjes en een touwtje in het midden om het op te rollen; typisch Spaans. De sfeer op het pleintje is heel relaxed. Buiten scheren de gierzwaluwen tussen de oude gebouwen door, als kamikaze piloten de kerktoren aan de overkant van mijn balkon ontwijkend. Ik hou van het geluid van gierzwaluwen. Het filmpje dat ik er van maak kan ik niet laten zien, want het opladen van veel MB’s geeft steeds problemen. Je moet me maar geloven dat het mooi is, met een ondergaande zon als decor!
Ik heb net mijn was in een Lavandería gewassen en ben dus klaar voor vandaag: tijd voor een terras! Ik zit op een kruk aan een hoog tafeltje bij de ingang van een bar, uitkijkend over het terras. Dit terras, maar ook alle andere terrassen op dit pleintje, worden om de minuut met een uiterst fijne ‘sproei’ water gekoeld; heerlijk! ‘Cerveza con ducha’, zegt de ober. Hij komt regelmatig naast me staan, commentaar gevend op alles wat voorbij slentert. Het is een vriendelijk ogende oudere baas, met schuddende wangen als hij nee zegt tegen een van zijn collega’s, die met z’n allen net iets harder werken dan hij. Op enig moment fluit hij zachtjes naar leuke dame met een schoothondje, die voorbij lopen. Hij zegt dat hij haar hondje leuk vindt.. Standaard grapje, maar de señorita lacht, bevallig omkijkend. Waarop de ober mij een mop begint te vertellen, die ik niet zal herhalen (‘una señorita con un mono…), maar omdat ie vrij kort en simpel is, kan ik het net volgen. Aardige kerel, maar als ik hem vertel dat je in NL alleen een vrouw een biertje geeft in een glas met een voet -dat voor mijn neus staat- reageert hij joviaal met een hand op m’n schouder: ‘marricon’!?
De volgende morgen ben ik vroeg uit de veren om op tijd met een kleine stadsbus naar het schitterende complex hoger op de heuvel boven Granada te gaan. Ik ben, samen met nog een paar toeristen, de eerste die het paleis van Nazaríes in mogen. Wat overweldigend is dit! Ik heb het jaren geleden al eens eerder met Mieke bezocht, maar opnieuw ben ik sprakeloos. Prachtig beeldhouwwerk, houtsnijwerk en met mozaïek ingelegde wanden. Allemaal fors gerenoveerd en vernieuwd weliswaar, ongetwijfeld met zakken Europees geld (het staat op hoog op de lijst van Unesco), maar iedere euro is het dubbel en dwars waard. Ik schiet hele rolletjes vol, zij het dat dat zich tegenwoordig vertaalt in een vol SD-kaartje. Ik moet halsoverkop foto’s naar de harde schijf van m’n telefoon verplaatsen, anders kan ik dit niet vastleggen. Ik probeer zoveel mogelijk foto’s te nemen zonder mensen erop, maar met 8000 bezoekers per dag is dit lastig. Maar het vroege bezoek helpt me om mooie plaatjes te kunnen schieten. Drie uur loop ik rond, in het Moorse paleis, het paleis van Carlos V (kleinzoon van het machtige koningspaar Isabella en Ferdinand, die de Islamieten als eersten op de knieën kregen, maar de moorse heersers nog jaren vrijelijk in hun paleis lieten, mits zij maar belasting betaalden aan de Spaanse kroon), en de weelderige tuinen van de Generalife. Overal, maar dan ook overal kabbelt en stroomt water door kanaaltjes, in bekkens en in kleine vijvers, waarin de torens van het paleis weerspiegelen. Het rustgevende geluid geeft absoluut een extra dimensie aan het visueel al imponerende complex. Broer, je wil graag Andalucía zien; nou trek hier maar een week voor uit (Granada + omgeving en de Sierra Nevada)! Ik ben dolblij dat ik geen ‘luisterstaaf’ heb genomen bij de ingang. Ik twijfelde even, maar met al die foto’s die ik neem was dat ding maar een onhandig meesleep-attribuut. Dat ik nu wel veel informatie mis kan ik later wel bijlezen. Thuis staat in de boekenkast nog een boekje uit 1995, of daaromtrent. Veel zal er niet veranderd zijn in al die jaren.. 😉 Als ik verzadigd, maar voldaan de heuvel afdaal naar het centrum, via de oude wijk Albaicín, loop ik langs het Casa del Arte Flamenco, waar tickets worden verkocht voor een Flamenco show. In de vorige eeuw ben ik al eens flink afgezet met een zigeuneroptreden dat maar heel kort duurde en door kinderen/leerlingen werd uitgevoerd (‘somos gitanos’, werd wel jammerlijk gezongen, maar na de korte uitvoering was het ineens ‘finito para todos’!). Maar dit ziet er serieus uit. Ik boek een late voorstelling, ná de stadswandeling van 2,5 uur in de na-middag. Ja Roel, je moet een rustdag goed en volledig besteden!
Terugwandelend naar m’n kamer om éven op bed te gaan liggen, stop ik in de oude wijk bij een klein terrasje voor een bocadillo. Naast me zit, zo blijkt als ze zich voorstelt Hanna(h), uit NY, die Engels les geeft in Granada. Ze ontbijt (om 12:00) met cerials en koffie. We raken aan de praat en ze blijkt in Den Haag, Kopenhagen, Parijs en nog een paar plaatsen in Europa gewoond te hebben. Ze wil nu naar Kroatië. Ondernemende tante; ik schat haar tussen de 25-30, maar ik merk dat ik er tegenwoordig nog al eens naast zit. Hahaha! Iedereen wordt jonger als je zelf de andere kant op gaat! Gezellig gesprek, maar ik wil toch echt nog even liggen vóór de ‘grand city walk’ begint. Het wordt een uurtje languit, maar ik ben meer het vervolg van de tocht aan het plannen, dan dat ik aan rusten toe kom…
Om vijf uur sta ik op het afgesproken punt op Plaza Bib-Rambla (mooie naam, die me is uitgelegd door Stephanie, de wandelgids, maar de achtergrond ben ik alweer vergeten..). De groep is gelukkig klein, bestaande uit een drietal Amerikaanse echtparen. Eén van de mannen weet ongelooflijk veel over de geschiedenis van Europa, zodat ik me bijna een vreemde in eigen continent voel. Stephanie spreekt redelijk Engels, maar met een duidelijke Spaanse tongval, zodat ik toch veel moeite moet doen om alles te volgen. Maar het is de moeite waard en je komt op plaatsen waar je anders nooit zal komen. We zigzaggen door de kleine, smalle straatjes en belanden in een kleine kerk waar witgeklede nonnen 8 uur per dag, zeven dagen per week besteden aan het zingen en bidden voor de heilige vader. We zien ze zitten, achter tralies, met een witte doek over het gezicht, maar contact is uit den boze (alles van buiten is duivels), maar echt zuiver zingen doen ze, na al dat ‘oefenen’ niet… Bijzonder schouwspel, maar ik ben opgelucht als ik naar buiten kan stappen! Na 2,5 uur wandelen, slenteren, stoppen, goed luisteren en weer verdergaan, kan ik nog net wat tapas eten bij Los Manueles (hoeveel het er zijn weet ik niet; ik kwam al een ‘las Quatro Hermanas’ tegen en, de mooiste ergens in de campo, ‘los Once (11!) Hermanos’, maar die was dicht tijdens lunchtijd; kennelijk lagen ze allemaal te slapen…), die me is aangeraden door Stephanie. Maar ik wil de show van vanavond niet missen en spoed me na de snelle ‘maaltijd’ naar het Casa del AF. Een piepklein zaaltje, een podium waar je dus met je neus bovenop zit, maar wel als een klein atrium zoals in het Alhambra zoveel te zien is, compleet met kabbelend waterbekken! Vier artiesten worden aan ons, ca. 15 toeschouwers voorgestelt. De gitarist, de zanger, een danser en een danseres. Het duurt een uur, maar ook dit is zeer indrukwekkend. De gitarist doet niet onder voor (wijlen) Paco de L. en de zanger zingt met dezelfde heesheid als zijn (eveneens wijlen) compagnon, de zanger El Camarón (de garnaal). NB: het geven van bijnamen doet me denken aan een andere flamenco artiest, El Tomatito (vanzelf: tomaatje), een gitarist die in de leer is geweest bij de grote Paco. Ken je het hitje van begin 2000: the Ketchup song (Aserejé) van de meidengroep Las Ketchup? (even googelen, je herkent het zo). Vier dochters van Tomatito! Prachtige humor (vind ik..). De show is dus heel goed. De gezichten streng, bijna van pijn vertrokken (behalve de gitarist, die speelt uiterst relaxed zijn deel, maar antwoordt de dansers en zangers exact op het goede moment en met veel gevoel). De dansers dansen zich in het zweet. Met knallende schoenroffels en handengeklap, afgewisseld met ballet-achtige draaien en zwaaiende armen. Deze mensen zijn ècht artiesten. Na dat uur ben ik helemaal murw van het harde geluid van de schoenen op het podium, maar het dit was geen ‘somos gitanos’ van 20 jaar geleden. Dit was het echte werk!
Geplaatst in Reisverslagen
3 reacties
Over een afscheid, over de pittige variant en over het hart van Andalucía
9 Mei, strakblauw, zon, >30¤. 84km gefietst. Zware dag vandaag. Een flink stuk van de route over een onverhard bergpad, flink stijgend. Het is volgens Benjaminse de ‘pittige’ variant, maar wel de mooiste en over stille weggetjes zonder verkeer. Dat laatste kan ik beamen: ik kom een enkele local tegen die naar een afgelegen olijfbomenveld rijdt. Verder word ik af en toe achterna gezeten door kleine kef- en bijthondjes. Ofwel even stilstaan en terugblaffen, danwel met de linker- of rechtervoet een trapbeweging maken, waarna ze verschrikt afdruipen (het waren er vandaag vier die me belaagden!). Gelukkig zijn de echt serieuze waakhonden doorgaans kettinghonden en, hoe zielig ook, ik ben dolblij dat die niet loslopen! Of ze stormen woest op je af, maar dankzij een stevig hek kan ik een dikke neus naar ze optrekken. 😀
Of het de mooiste variant is kan ik natuurlijk niet beoordelen. Pittig was ie zeker. De laatst kilometers met de tong op het stuur, maar het is gelukt! Zij het dat de beloning wat zuur is: een onpersoonlijk hostal, kraak noch smaak en in de bar, waar ik dit zit te schrijven, mist Ronaldo op TV een penalty…
Gisteren heb ik voorlopig afscheid genomen van Ruud. Hij neemt een andere route naar Sevilla, via Jaen en Cordoba. Ik heb mijn zinnen op Granada gezet en je moet keuzes maken. Vanuit (het zeer aan te raden) Cazorla fietsen we nog een uurtje samen op tot de splitsing, waar we elkaar de hand schudden en elkaar veel succes wensen. Buen viaje!
Vreemd, iemand die je net twee dagen ‘kent’ en toch geeft het een gemengd gevoel om weer alleen verder te gaan. We hebben tijdens zijn heerlijke maaltijd (biefstuk in kleine stukjes, met gebakken paprika, gemengd in pasta en een lekkere tomato frito saus, pikant afgemaakt met cayennepeper!) over van alles en nog wat gesproken: over serieuze onderwerpen als vriendschap, over euthanasie en over hoe vaak je ’s nachts je tent uit ‘moet’… In ieder geval was de sfeer op de camping er naar om diep in het glaasje te kijken. 😉
We komen elkaar nog wel tegen.
Maar na de zware dag van vandaag, verheug ik me enorm op de dag van morgen. Ik heb vandaag al de eerste glimp van de besneeuwde toppen van Sierra Nevada opgevangen. En morgen fiets ik naar de mooiste stad van Andalucía, die aan haar voeten ligt: Granada. Het centrum van de Flamenco, de stad van (wijlen) gitaarvirtuoos Paco de Lucía. Het Alhambra, de onuitwisbare moorse stempel op Spanje. De Sufi Flamenco (zie link op tabblad ‘Into the Wild’) en veel meer. Wat een genot! Ik hoop jullie er iets van mee te kunnen geven. We zullen zien…
Geplaatst in Reisverslagen
5 reacties
Foto update 3
Vanaf de idyllische camping in Cazorla (37.904276,-3.014141), al 35 jaar beheerd door Nederlanders (en die weten wel wat kamperen is!) stuur ik een volgende foto update. Jahá, ik ben eindelijk op een camping beland, zó mooi, dat het hierna waarschijnlijk alleen maar kan tegenvallen.. Kleine terrassen op een heuvel, uitkijkend op het mooie bergdorpje Cazorla, aan de rand van een uitgestrekt natuurgebied, de Sierra de Cazorla, Segura y las Villas. Bossen zo ver als je kan kijken en prachtige wandelroutes; maar dat is voor een andere keer.
Vandaag (weer) rustdag, niet omdat ik aan rust toe ben, maar gewóón omdat ik er aan toe ben (dus lui ben..). En het is hier zo gvg. mooi en het weer kamperen bevalt goed, dus: pluk de dag (die overigens warm wordt: 32¤!). Ik heb een van mijn waterdichte fietstassen leeggemaakt en gevuld met koud water (want waterdicht moet twee kanten op gelden, zo is mijn veronderstelling) en je mag raden wat daarin gekoeld wordt… (hoe raad je het? Limonade!?) 😀
Vanavond wordt er voor me gekookt, want Ruud staat met zijn tent naast me. En mijn in water opgewarmde kant-en-klare lasagne van gisteravond zal hij absoluut gaan overtreffen, met wat hij mij net deels verklapte! Ik verzorg de drank (uit de fietstasijskast; mooi scrabblewoord..). We zijn elkaar dus weer tegen gekomen, wat niet verwonderlijk is als je hetzelfde boekje volgt en hij was ook wel toe aan een dagje luieren. Hij heeft bovendien een uitgebreidere ‘keuken’ bij zich.
Maar laat ik beginnen met wat foto’s:
En nu stop ik even, want jullie zijn ‘bij’.
Morgen weer op de fiets! Zal zwaar worden na zo’n lekker luierdagje én het wordt weer meer dan 30¤. Hoe heet dat ook weer: het luie zweet eruit werken?
Hasta luego (‘ta logo’ zeggen ze hier).
Geplaatst in Reisverslagen
6 reacties
Over medefietsers waaronder Ruud W., over de helletocht naar een camping en over de beloning: een wildspot
5 Mei, zwaar bewolkt maar niet koud (behalve een beetje na een klim en dan bezweet naar beneden..). 66km gefietst. Ik verblijf in een mooi ‘berg’ hostal, een paar km voorbij Cotoríos. Ik ben inmiddels in Andalucía aangekomen, na 651km. Een beetje op de helft dus. Ik weet nog niet of ik de afstanden uit het boekje moet volgen of van mijn ‘plot’ op Google Earth. Die schelen zo’n 100km. Laat ik maar uitgaan van de langste afstand (1400km volgens Benjaminse). Dan moet ik nog een klein stukje om op de helft uit te komen. De omgeving is hier ongekend mooi: ruige bergen, bedekt met eindeloze dennenbossen. Tussendoor klateren riviertjes, die uiteindelijk grote (bekende) rivieren zullen worden. Eén ervan is de Guadalquivir, die ik ben overgestoken, net als de Taag een beekje van niks. De bron (nacimiento of ‘geboorte’) moet hier ergens in de buurt liggen. In Sevilla zal ik straks zijn volwassen stadium zien!
Overal ook uitgestrekte olijfboomgaarden, tussen de bossen in. Het is een wonder dat die bossen er nog zijn, want met nog meer olijfbomen valt vast meer te verdienen..
Ik ben onderweg inmiddels een stuk of zes of zeven fietsende koppels tegen gekomen, maar allemaal in de tegenovergestelde richting. Eén op een fraaie tandem: vrouw voorop in lighouding, man erachter ‘gewoon’ fietsend. Ik kan me voorstellen dat ze ’s ochtends er om tossen wie mag liggen en wie moet zitten. 😀 De meesten Nederlanders, zo te zien aan de stuurtas met boekje bovenop, dus groet ik maar gewoon met ‘goede reis’ en meestal kreeg ik hetzelfde toegewenst!
Maar tot een paar dagen geleden ben ik nog geen fietsers tegengekomen die ook richting Sevilla fietsen, wat toch de gebruikelijke route is. Dat is niet verwonderlijk, oppert Ruud (die ik zo zal introduceren), omdat je eerder mensen tegenkomt die je passeren, dan degenen die dezelfde richting op gaan! Dat is een wijsheid waar ik nog niet op was gekomen en bovendien ook niets tegenin kan brengen, maar dat hoeft ook niet.
Het was in Barrax, waar ik in een chauffeurs hostal overnachtte, waar je doorgaans lekker (en veel) kan eten. Tijdens het eten kreeg de man achter de bar een telefoontje. Blijkbaar kwamen beller en gebelde er niet helemaal uit, want tot mijn verbazing vroeg de barman aan mij of ik kon helpen! Nadat ik de hoorn in mijn handen gedrukt kreeg bleek al snel dat ik een Nederlander aan de lijn had, die graag voor de volgende dag een kamer wilde reserveren. Terwijl ik in mijn eigen steenkolen Spaans de boodschap vertaalde voor de barman, was deze wat vaag: ja, zaterdagnacht slapen kan, maar zondag zijn we gesloten.. Hoe moet dat dan met ontbijt vroeg ik de barman, maar daarop kwam weer een vaag antwoord over de ‘jeffe’ die daarover zou moeten besluiten. Ik gaf aan de Nederlander door dat overnachten dus kon, maar dat hij de volgende dag waarschijnlijk zou worden opgesloten. Ik moest zijn naam nog vragen van de barman; ik had het genoegen Ruud W. aan de lijn te hebben. Dat was mijn eerste contact met een fietser die ook dezelfde kant op bleek te gaan. Want hij kwam net als ik uit het noorden.
In Alcaráz, waar ik mijn Middeleeuwse feestje vierde, kwam ’s middags op een terras een man zitten, die best een Nederlander zou kunnen zijn, maar op dat moment zat ik foto’s op te laden en bovendien stap je niet zomaar op iemand af: hé, ben jij een Nederlander? Wij waren beide bovendien niet in fietskleding. Maar als ik de volgende dag, na een prima rustdag uit Alcaráz, vroeg vertrek om de col van die dag te nemen (altijd het lekkerst in de ochtend!) en daarna aan de heerlijke afdaling begin, wordt ik plotseling ingehaald door een andere fietser, die niemand minder blijkt te zijn dan die man die ik in Alcaráz op dat terras zag zitten. En dan is 1+1=2, dus vraag ik: Ruud W. I presume? En inderdaad, hij is op mijn rustdag ook in Alcaráz aangekomen en sliep ook nog eens in hetzelfde hostal (dat met dat heerlijke balkon). Zijn fiets was overigens wél op het balkon geparkeerd, vandaar dat ik zijn aanwezigheid niet aan zijn fiets op de gang kon afleiden. En we zijn elkaar daar ook niet in persoon tegengekomen.
Na die ontmoeting op de fiets zijn we even samen opgereden, maar hij was aan een stop toe en ik had net na die col een heerlijke lunch gegeten bij een verlaten picknickplaats, dus na die korte ontmoeting gingen we ieder ons’ weegs, met als groet dat we elkaar nog wel tegen zouden komen.
En zo geschiedde. Maar eerst moet ik vertellen van mijn eerste kampeerplan. Na de rustdag was ik van plan nu eindelijk eens een camping op te zoeken en het plaatsje waar ik wil eindigen, Siles, heeft er twee. Het is ca. drie uur in de middag als ik voorbij Siles bij een afslag kom, waar borden naar de twee campings verwijzen. Eén bord ziet er versleten en verweerd uit: dat is de camping die nog 1km te gaan is. Het andere bord is nieuw, groot en met een foto van een aantrekkelijk zwembad! Voor deze camping moet ik alleen nog 6km doorfietsen. O ja, en bij beide staat vermeld dat ze het hele jaar open zijn. Nou, ik kan dus kiezen.
Het weggetje leidt verder de bossen in, weg van het dorpje. Dat wordt geen biertje meer op de ‘rambla’ van Siles, zeg ik tegen mezelf (die rambla is overigens een hele aardige platanenlaan). Bij de eerste camping stop ik om even polsboogte te nemen. Hij is open, ziet er niet heel aantrekkelijk uit en eigenlijk heb ik mijn beslissing al genomen. Ik ga voor die ‘nieuwe’, met het fraaie zwembad en het is toch maar 5km verderop. Nèt als ik denk dat het weggetje, dat steeds verder door het bos leidt, lekker vlak, is begint het plotseling te stijgen terwijl het wegdek steeds slechter wordt. Hele delen zijn weggespoeld geweest, maar inmiddels provisorisch gerepareerd. De gaten en scheuren zijn lastig te ontwijken, omhoog slingerend met een vaartje van net geen 5km/u. Er zitten ook van die ‘lekkere’ haarspeldbochten in, waarbij de binnenbocht nóg steiler is (dat ken je wel, hè Ben?). Vlak na zo’n bocht wordt ik bijna omver gereden door twee kolossale trucks die volgeladen met gevelde dennenbomen naar beneden denderen. Die hadden mij daar kennelijk niet verwacht en ik hen ook niet.. Even een angstig moment, want door mijn slingeren is het feit dat ik niet ónder de truck terecht kom, maar net in de berm een kans van 50-50. Ik verwens de heren en begrijp ook waarom het wegdek in zo’n abominabele staat verkeert. Van de schrik bekomen vervolg ik mijn sisyfustocht, me afvragend waarom er niet af en toe een bordje staat met hoe ver het nog is. God, wat is het zwaar! Maar alles is beter dan lopen, want dat is met een fiets met bepakking niet te doen. Eindelijk volgt een splitsing met een bordje naar links: casa de los tiempo libre. Is dat een eufemisme voor een bejaardenhuis? Ze kunnen dat in Spanje ook zo mooi voor ouderen zeggen met ‘tercera edad’, ofwel de derde leeftijd! Als dat zo is dan weten ze de oudjes wel ver weg te stoppen, heerlijk rustig in het bos (dat kennelijk wel weggekapt wordt). Maar het andere bord naar rechts wijst naar de camping, nog 500m. Aaah, wat lekker, een einde aan deze helleweg! Dat zijn wel 500 meters over een ongeplaveid bospad met overal houtsnippers van de kapwerkzaamheden, maar goed.
En daar zie ik de poort, met een hoog hek en een tamelijk versleten vlag erboven. Tot mijn schrik is het hek dicht en ik zie een dikke ketting ter zekere afsluiting. Het is niet waar! Er stond toch echt ‘abierto todo el año’? Die zes kilometers zijn de zwaarste die ik tot nu toe heb moeten afleggen en dan dit..! Ik probeer het telefoonnummer te bellen dat ik aan het begin van de afslag heb genoteerd (arghh, waarom toen niet direct even gebeld!), maar ik ben inmiddels al zover van de bewoonde wereld in het bos beland dat ik geen bereik heb (dat zullen die oudjes van ernaast waarschijnlijk ook niet nodig hebben).
Ik vloek in alle talen die me te binnen schieten (sorry J.) en kom tot de conclusie dat er niets anders op zit dan het helleweggetje in omgekeerde richting af te dalen. Dat is overigens geen sinecure. Het hele traject met samengeknepen remmen en ik voel het rubber van de remblokjes onder me vandaan smelten. Mijn voorremmen maken nogal herrie, maar dat kan mij nu even helemaal niets schelen. Al piepend en bijna krijsend daal ik het traject weer af richting het dal. Ik ben er helemaal klaar mee. Ik passeer de eerste camping nog, die ik zo ongefundeerd heb afgewezen, maar geen haar op mijn hoofd denkt eraan om hier nog mijn tent op te zetten; ook niet voor de eerste keer. Ik fiets in blinde frustratie terug naar het dorpje, naar het hostal dat ik ook in het boekje heb gezien: hotel Cruz (38.389599,-2.5849), en geniet daar intens van de kamer, de vriendelijke (maar onverstaanbare) eigenaar, het biertje dat ik tóch op de rambla onder de platenen drink, met daarna een vleesschotel bestaande uit bloedworst, gewone worst, knoflookworst en nog iets onbestemds… Het kan me niet deren, ik eet alles wat me wordt voorgeschoteld (‘me als worst wordt voorgehouden’, hahaha).
De volgende morgen (vandaag) vertrek ik, na een heerlijke nachtrust in hotel Cruz, vroeg voor een traject verder de bergen van de Sierra de Cazorla in. Na een uurtje fietsen stop ik voor een kop koffie in een dorpje onderweg. Ik sta nog aan de bar te bestellen en wie komt daar aanfietsen.. Ruud! We drinken samen aan de bar. Waar hij geslapen heeft? Op die ene camping, ja die eerste! Prima te doen en zeer goed geslapen! Ik kan het bijna niet aanhoren, temeer daar hij bij die eerste geïnformeerd had of die tweede ook geopend was. Daarom was hij niet doorgefietst. Tsja, wijze les: niet afgaan op een bord dat zegt dat ze het fijn vinden dat je langskomt. Een dikke ketting bewijst het tegendeel.
We fietsen nog een tijdje samen op, maar ook nu is ons ritme iets anders. Hij zal eerder stoppen en ik ga nog even door. We komen elkaar vast nog wel tegen. Ik slaap vanavond dus in een berg hostal, tijdens het eten TV kijkend naar Real Madrid dat de halve finale jammerlijk verliest van Juventus, maar wordt tot slot beloond met een uitzonderlijk schouwspel: de hoteleigenaar wenkt me naar buiten, waar een troep van wel vijftien wilde zwijnen in de grond staat te wroeten, moeder en tantes met kinderen, volgens de man. Een ‘macho’ is er volgens hem niet bij. En iets verderop in het bos staan zowaar een paar herten wier ogen als lichtjes weerkaatsen in het schijnsel van de zaklamp van de hoteleigenaar. Wat een prachtig gezicht! Ik kan er geen genoeg van krijgen. Knorrend en morrend verdwijnt de troep zwijnen na een tijdje in het donker tussen de bomen.
Tsjonge, dat ik dit allemaal mag meemaken!
(foto’s volgen, alleen de zwijnen; de herten waren te ver weg in het donker)
Geplaatst in Reisverslagen
2 reacties
Over de 2e Era (Krijt) en een Middeleeuws feestje als verrassing!
3 Mei, vandaag een échte rustdag. Gisteren 72km gefietst, waarvan ca. 40 weer over een (licht stijgende) via verde, de Ruta de Don Quijote (mijn grote leermeester), wat uiteindelijk ook best vermoeiend is, zeker in de warmte die nu een steeds zuidelijker temperatuur begint aan te nemen: was het in de bergen een aantal dagen geleden nog koud, een graad of 8 in de ochtend en in de middag tussen de 12-14¤, vnl. door een kille bries, maar nu ik Andalusië begin te naderen loopt de temperatuur op tot zo’n 30¤. Heerlijk!
Ik zou jullie nog vertellen over La Ciudad Encantada, de betoverde stad. CE is eigenlijk helemaal geen stad, maar een belangrijke geologische site in Spanje, daterend uit het Mesozoïcum (de 2e Era) en dan de laatste periode daarvan, het Krijt, zo’n slordige 65-150 mln jaar geleden. Nu heb ik tijdens mijn studie wel een bijvak Geologie gedaan (je weet wel, van dat Spaanse avontuur 35 -inderdaad Kees!- jaar geleden), maar denk nu niet dat ik dat allemaal onthouden heb! Google is gelukkig immer en alom aanwezig. 😉
Na mijn fietsdag van (toen ook) 72km loop ik in de namiddag door dit prachtige fenomeen. De rotsformaties bestaan uit een zachtere zandsteen onderlaag en een hardere kalksteen bovenlaag, afgezet toen het in het Krijt een mariene binnenzee was, met ontelbare kreeftjes en andere kalk-exoskelet-achtigen. Miljoenen jaren leefden deze in de rustige binnenzee en zonken, als ze met z’n evenzovele miljoenen het leven lieten, naar de bodem om een mooie kalksteenlaag te vormen op het zandsediment van weer miljoenen jaren dáárvoor.
Toen de bodem door vulkanische of geotectonische activiteit werd opgeheven en vervolgens miljoenen jaren onderhevig was aan erosie door regen en wind, ontstonden dus de vreemde formaties waar ik en miljoenen anderen (maar nu even niet; ik wandel er in m’n eentje doorheen!) van kunnen genieten. De formaties hebben namen meegekregen zoals je in druipsteengrotten ook vaak treft (de cathedraal, de preekstoel etc.), maar hier zijn het vnl. dieren, zoals de hond, de schildpad, de beren en: het gevecht tussen de krokodil en de olifant (zou daar mijn associatie bij de vorige foto update vandaan komen?). Ik maak natuurlijk talrijke plaatjes, waarvan hieronder een kleine selectie, en slaap die avond in het hostal (La Ciudad Encantada; 40.206766,-2.005386), dat zich naast het park bevindt. Ik droom van wandelende stenen… gek hè?
Ik heb gelukkig niet omgekeken; anders was ík misschien in een rots (zout)formatie getransformeerd (vrij naar een bepaald oud boek..)!
Maar zie, ik ben er nog en nu genietend van een Middeleeuws feestje! Dat komt zo: ik wilde nu echt van een rustdag genieten en koos hiervoor het plaatsje Alcaraz uit. Volgens het boekje een aardig bergplaatsje dat een stop of een overnachting waard is. Eén van de hostals heeft lovende waarderingen op internet, dus dat leek mij een reservering voor twee nachten waard.
Maar toen ik gisteren het plaatsje naderde, kreeg ik spijt. Het leek helemaal niets, heel klein en een garantie voor een slaapverwekkende dag (wat op zichzelf helemaal niet verkeerd is voor een rustdag). Alleen een ruïne op de heuvel, maar verder was er (nog) niet veel te zien van het plaatsje. Dus ik fietste naar binnen, nadenkend over een reden om de reservering voor de tweede nacht af te zeggen. Terwijl ik de eerste straten doorfietste bleek het dorpje langgerekter en eigenlijk half verscholen tussen de heuvels. Ik moest nog behoorlijk op de trappers staan, want het werd steiler en steiler. En de straatjes smaller, totdat ik een onder een spandoek doorreed met in fraaie letters ‘Mercado Medieval’. Ook de huizen waren inmiddels flink oud, met prachtige oude houten deuren. Er begon ook wat rumoer door te dringen. En plotseling stond ik daar op een mooi plein met aan het eind een reusachtige kerk/cathedraal met twee torens en een menigte mensen bij allemaal kraampjes. Diverse mensen in ‘Middeleeuwse’ kleding en centraal op het plein een draaimolen met enge beesten en een drakenschommel.
Ik viel dus met mijn neus in de Middeleeuwse boter (die zal ranzig zijn, hoor ik je denken..). Na een heerlijk biertje bij een van de kraampjes moest ik toch op zoek naar het bejubelde hostal, Los Rosales, maar daarvoor moet ik nog iets hoger naar het eind van het stadje. En ja hoor: prachtig uitkijkend over de valei ligt daar het hostal (38.663927,-2.492494), waar ik werd begroet door een uiterst vriendelijke mevrouw, die me vertelde dat ze veel vaker fietsers over de vloer krijgt. Wat wil je, met die lovende recenties, waaronder één van een fietser die vertelde dat zijn fiets op het balkon mag staan! Balkon!! Dat heb ik nog niet gehad. En zo komt het dat ik nu vandaag uiterst relaxed mijn blog bijwerk, nagenietend van een rumoerige, maar gezellige avond tussen alleen maar Spanjaarden die van feesten weten! Mijn fiets weliswaar op de gang, maar het andere dat ik las op internet is juist: ik kreeg vanochtend spontaan ontbijt op de kamer geserveerd! En dan is een balkon zonder fiets een heerlijke ontbijtplek!
Hoezo slaapverwekkend dorpje? Ik moet gewoon niet te snel mijn conclusie trekken! Kijk zelf maar:
Zo dat was het weer even!
Geplaatst in Reisverslagen
Plaats een reactie
Foto update 2
Hier wat nieuwe plaatjes! Volgens mij lukt het me om direkt een onderschrift mee te geven
Ik realiseer me dat ik ook nog moet vertellen van de betoverde stad! Volgt hierna met plaatjes, ook van de hangende stad. Er is ook zoveel te (laten) zien!
Geplaatst in Reisverslagen
1 reactie
Over de op handen zijnde? *) romance tussen de dikke barvrouw en de spa-eigenaar
*) vrij naar de story of de privé
30 April, 54km gefietst. Stralende zon, ik moet me regelmatig met zonnebrand insmeren. Gisteren was ik mijn benen/knieën vergeten en nu heb ik van die ‘fraaie’ wielrennersbenen..
Nauwelijks wind, wel weer wat topjes, dus de snelheid was niet hoog.
Spanje blijft af en toe verbazen: ik zit in een piepklein dorpje, waar niets is, behalve één (piep)klein barretje met een hele dikke barvrouw (hoe zoek je het uit). Nadat ik het dorp inrijdend eerst aan een man vraag waar hostal Valdemora Casa de Campo te vinden is, word ik het dorp uit gedirigeerd naar een (volgens het boekje verpauperde) camping, met alleen stacararavans. Alles is daar doods en er is geen kip te bekennen, alleen een verdwaalde kat. Het zou natuurlijk zo kunnen zijn dat op het campingterrein zich ook een hostal bevindt, maar die vlieger blijkt niet op te gaan.
Terugfietsend, het dorp weer in tref ik dus die dikke barvrouw in het kleine kroegje. Op mijn vraag begint ze te stralen, pakt een visitekaartje (waar de naam van het hostal op staat: bingo!) en dirigeert me het dorp verder in, naar een oud herenhuis, zoals ik het maar noem: een voortuin, een trap omhoog naar een bordes met terras en binnen een soort atrium met mooie, zij het enigszins afgebladderde ‘frescos’. Niet heel oud schat ik, maar oud genoeg om voor antiek door te gaan.
Klein probleem, er is niemand te vinden (maar ik kan dus wel zo naar binnen wandelen). Na enig zoeken en roepen komt de eigenaar ergens van achteren vandaan, een beetje onder het stof, maar hij heet me van harte welkom. Hij spreekt zowaar redelijk Engels, wat in deze regio zeker niet gebruikelijk is.
Het interieur van de centrale hal ademt historie: boekenkasten met van alles en nog wat. Een stuk of 6 kamers komt allemaal op dit atrium uit. Een daarvan is mijn ruime kamer, met een hypermoderne douche, met voor-, achter-, opzij-, waterval- en regendouche. Tsjonge, hoe lang blijf ik hier wel niet onderstaan zodadelijk…
De eigenaar, met iets scheve bril is een voormalig zakenman (zo maak ik uit zijn verhaal op, maar ik weet nog niet alles), die nog druk doende is een ander gebouw, achter het herenhuis, om te bouwen tot een ‘spa’, althans dat is zijn plan. Er staat alleen een voorgevel. In de tuin achter het huis en de bouwplaats is een klein zwembad, met zwart water en een uitschuifbare overkapping, die dicht is. Hij moest een paar dagen geleden tijdens een onweersbui (díe komt me bekend voor!) heel snel de boel sluiten, omdat anders a) het water zwart zou worden van het stof en zand van de bouwwerkzaamheden en b) de overkapping wel eens zou kunnen wegwaaien. Het tweede is hem gelukt!
Ik heb in ieder geval mijn zwembroek tot nu toe voor niets meegenomen (zoals wel meer dingen..).
Maar wat vind je ervan? Een dorp met niets en dan zo’n oase (nog niet helemaal af, maar straks is het dat zeker), voor € 25,- voor de overnachting met ontbijt.
Verschillende aanwijzingen doen me vermoeden dat de, wel iets verstrooide eigenaar alleen is -ik heb in ieder geval nog geen ‘dueña’ gezien- en direkt begin ik te fantaseren over de dikke barvrouw de me zo stralend het kaartje van het hotel overhandigde… Ach, je moet toch wat en het fantaseren over een romance tussen de dikke barvrouw en de verstrooide zakenman, alias spa-eigenaar, zou zo maar eens een leuk verhaal op kunnen leveren.
Omdat ik al wat dagen onderweg ben, vraag ik aan het eind van de middag aan de ‘dueño’ of ik wellicht wat kleding in een wasmachine zou mogen stoppen; beetje brutaal, maar ik ben nog geen wasserette tegengekomen nl. Ik heb de zak met niet helemaal frisse inhoud al in mijn hand. Hij kijkt me eerst wat hulpeloos aan, maar herstelt zich en zegt dat dat wel kan! Ik voeg eraan toe dat ik de boel zelf wel zal ophangen (ik heb een lijntje en wat knijpers bij me), maar daar hoef ik me geen zorgen over te maken (‘no te preocupes’, heet dat in het Spaans, wat ik een aparte, maar leuke uitdrukking vind). Hij heeft ook wel een wasrek.
Om de tijd te doden wandel ik wat rond in het ‘levendige’ dorpje, waar niets is, behalve het kleine barretje, en drink daar een fanta op het terras.
Of ik het hotel gevonden heb?, vraagt de dikke mevrouw me even stralend als daarvoor. Maar natuurlijk!
Na een uurtje loop ik terug, net op tijd om de eigenaar van het hotel uit een werkcabine achter het huis te zien komen, met in zijn armen een baal gewassen kleding. Getweeën hangen we de was aan een opvouwbaar wasrek met (kerst!)knijpers. Hij wil het me niet alleen laten doen..
Ik zit daarna op het terras op het bordes en ben benieuwd wat de rest van de dag me nog brengt, want zojuist komt een keurige oudere heer met twee kleinkinderen het bordes oplopen. De man, niet goed te been, vraagt me waar de eigenaar is (ik antwoord dat hij waarschijnlijk achter het huis te vinden is), maar omdat hij moeilijk loopt, wijs ik hem de weg, alsof ik hier al jaren kom.
Even later volgt een oudere vrouw, de oma waarschijnlijk, die mij doodleuk haar identiteitsbewijs toont, in de veronderstelling dat ík de verstrooide spa-eigenaar ben. Afijn, dit gaat nog een leuke avond worden…
Naschrift: het was een rustige avond, zonder romance!
Geplaatst in Reisverslagen
5 reacties
































