Over plagen en het paradijs

Di. 8 oktober, stralend weer en straf windje (tramuntana); (slechts) 47 km gefietst.

Mallorca is een prachtig eiland. Dat is natuurlijk logisch, anders ga je er niet naar toe. Maar toch wist ik niet (meer) in welk opzicht het verschilt van Ibiza. Wat me vanaf het begin is opgevallen, is dat Mallorca een eiland is van muurtjes langs de weg. Dat kan ik me van Ibiza niet herinneren (wat ook weer niet vreemd is, in mijn geval), maar het doet dus een beetje denken aan Schotland, met het prettige verschil dat hier de zon schijnt en het bovendien 25° is in oktober. ‘Kom daar maar eens om in Schotland’ (is dat goed Nederlands?).

Muurtje

Wat ook opvalt, is dat een tweetal ‘plagen’ het eiland (nog) niet heeft geteisterd! Ten eerste staan de schijf/vijgen-cactussen hier nog vollop in de kracht van hun bloei. Deze soort is op het vasteland, -in ieder geval aan de oostkust- getroffen door een luis, de wolluis (heb ik moeten opzoeken), waardoor de ‘schijven’ (de dikke, ovaal-ronde groeiwijze, die steeds verder op elkaar groeit) een wittig spinsel vertonen.

Foto van internet

Een lokale bewoner op het vasteland liet mij een keer zien wat er in dat witte spinsel zit: een paarsrode kleurstof, die vroeger werd ‘geoogst’, maar die gewoonte is inmiddels in onbruik geraakt door synthetische kleurstoffen. De luis zorgt er -onbestreden- overigens wel voor dat de cactus bezwijkt of in ieder geval wegkwijnt. Zo is dat te zien aan de oostkust, heel triest: oeroude cactussen met hangende en verlepte schijven. Hier gelukkig niet!

En zo bewijst Darwins eiland-theorie weer zijn waarde. De luis heeft de zee naar het eiland kennelijk nog niet over kunnen steken, waardoor de cactus op Mallorca overleeft; en nu maar hopen dat de luis niet meelift op de schepen van Baleària, die dagelijks een paar keer heen-en-weer varen.

Vanzelfsprekend staat Mallorca ook vol met palmen, vele dadelpalmen, prachtige exemplaren met zware ‘rokken’ van oude bladeren, of schoongekapt (een professie op zich!) tot een gladde stam, soms met bovenin nog een ‘ananas’, die ontstaat als de uitgebloeide bladeren niet helemaal worden weggesneden (ik moet er nog een foto van maken).

Maar wat is het probleem op het vaste land..? Daar is de gevreesde palmkever, de ‘picudo rojo’!

Picudo rojo, (ook foto van internet, gelukkig!)

Een onooglijk kevertje, met een flinke snuit, die een gat boort in de kern van de stam van de palm en daar zijn eieren legt. De larven eten vervolgens de zachte kern op en ‘pats’, de palm bezwijkt, omdat de sapstroom stopt. Enorme palmen, met stammen van meters hoog, met bovenin verlepte, hangende palmtakken; ook erg triest om te zien en er zit niets anders op dan de dode boom om te zagen. Dat zie je aan de oostkust van het vasteland heel veel.Maar hier op het eiland heb ik nog geen enkele aangetaste palm gezien.

Daar ga ik naar toe…

Mallorca, dus. Onaangetast, maar wel geïnfecteerd door een andere ‘plaag’. Toeristen… Zoals ik! Inmiddels ben ik gestopt om medefietsers in het Spaans te begroeten, want het zijn voor 99% Duitsers of Engelsen. Er worden veel reizen georganiseerd, waarbij je met gehuurde fiets, onder begeleiding, race/sport-fietstochten kan maken maken. Dat is natuurlijk heel sportief en zoals ik al eerder opmerkte is de gemiddelde leeftijd van die in strak tenue gestoken fietsers zo tussen de 60 en de 70! Met recht en respect: krasse knarren (hoewel ik er dus nèt één van geworden ben…).

En vandaag fietste ik naar het Sanctuari de Lluc, een klooster in de bergen van de Serra de Tramuntana, dat ik eerder heb bezocht tijdens mijn reis met rode K. en S. Een tocht met talloze haarspeldbochten en een gemiddeld stijgingspercentage van 8%. Grote groepen wielrenners kwamen mij in hun afdaling tegemoet, ongetwijfeld met een vaartje van 50 km/u of meer.

Ook veel verkeer helaas, maar gelukkig op dit uur in de middag komt het mij voornamelijk tegemoet. Enorme touringcars die een haarspeldbocht volledig nodig hebben om er door te komen en dat levert af en toe een afdalende file op van bussen, auto’s en fietsers! Voor mij is het steeds maar even druk, maar ik zou nu niet graag afdaler zijn (ondanks mijn pittige stijging). Geen pretje om erachter te hangen!

Maar na 10 km is daar de beloning: monikkenbier na het gelijknamige werk smaakt heerlijk. In de overdadige zon op het terras van het kloosterrestaurant kom ik helemaal bij.

De kamers, zo’n 10-12 jaar geleden uiterst sober (nog net geen stenen brits), zijn inmiddels helemaal gerenoveerd en redelijk luxe. Ik heb er één op de hoek van het gebouw, met naar beide kanten een mooi uitzicht op de omringende bergen en de ondergaande zon. Hoewel ik hier niet ben uit geloofsovertuiging, geloof ik plechtig dat het hier paradijselijk is!

Over Biking Banker

Biker & Hiker and in between a Banker
Dit bericht werd geplaatst in Reisverslagen. Bookmark de permalink .

4 reacties op Over plagen en het paradijs

  1. Inge Overmeer zegt:

    Dag Frank
    Dat ziet er weer een leuke en fijne trip uit! Geniet er maar van
    Die kleurstof vind je in peru ook vaak: de cocinella, gebruiken ze daar echt nog
    Voila, zo heb je weer een weetje uit peru binnen terwijl je op spaanse bodem bent ☺
    Enjoy! Hier allemaal regenweer ☹
    Inge

  2. HE zegt:

    Ik ken dat paradijselijke gevoel na al die kathedralen en moskeeën bezocht te hebben in Andaluz. Fietse en tot volgende week

Plaats een reactie