Na een heerlijke overnachting in een casita in Queralbs, halverwege etappe 37, en een slaapstop in Núria, een ietwat pompeus heiligdom aan het einde van dezelfde etappe: een enorme kerk -bijna cathedraal- en een groot hotel (’s zomers ezeltochtjes en bootje-varen op het kleine stuwmeer voor het complex; ’s winters ski-resort, met een beperkt aantal liften; wat je al niet met het geloof kan combineren…), vertrekken we richting de twee hoge cols van vandaag: de col de noufonts en de col de noucreus, beide ca. 2.780m hoogte.
Dat we eergisteren in Queralbs een tussenstop hebben gehad, heeft enerzijds te maken met de forse klim, die we anders in de middag zouden moeten doen. En anderzijds: omdat ik toch nog een dag ‘over’ heb voordat ik Bas ontmoet in Albanyà, is het een logischer keuze om een route op te knippen, dan een hele extra dag in een klein dorpje te verblijven. Ik heb geen spijt van het verblijf in één van de kleine ‘cottages’ (want daar lijken ze op) van Masia Can Constans in Queralbs, want het is er heerlijk; hier kom ik nog eens terug met M!
Gisteren dus naar het heiligdom van Núria, met een bijzondere historie en dat jaarlijks vele gelovigen trekt (o.a. jonge stellen die graag een zoon als eerstgeborene willen hebben; een bezoek aan de kapel zou hiervoor garant staan..), dat alleen te bereiken is via een voetpad door een indrukwekkende kloof (waardoor wij zijn gelopen), of met een ritje met de ‘cremallera’, een tweewagons tandrad-treintje, dat over een smal traject door de kloof loopt en regelmatig in en uit tunnels duikt. Dat bij onze boeking in het heilige hotel ook een ritje met het treintje was inbegrepen, heeft ons niet doen verleiden: als pelgrims hebben wij het complex natuurlijk te voet bereikt! De indrukwekkende kloof was het zeker waard.
Maar vandaag vertrekken we, na een kort blik in de grote kerk van Núria, dus voor een hoge etappe, met twee cols, die vandaag eindigt in Setcases, een volgend ski-resort in de Pyreneeën (eigenlijk het hoger gelegen Vallter-2000).
Ertussen een kaarsje voor MB:
Het weer is kraakhelder en vrijwel windstil. De klim vanuit Núria, dat zelf op bijna 2.000m hoogte ligt, is geleidelijk over kale bergen, die om acht uur ’s ochtends gelukkig nog in de schaduw liggen. Hoe verder we vorderen, hoe nietiger het grote complex wordt, dat overigens wel al vroeg door de zon wordt beschenen.
Vanaf de col op 2.780m hoogte met Núria-complex in de vallei in de diepte:
Als we col de Noucreus passeren, zien we de negen kruisen van negen monniken, die hier -volgens de legende- in een bittere storm zijn omgekomen. G*ds wegen en beslissingen zijn ondoorgrondelijk, ben ik geneigd te denken, want waarom zouden negen heiligen op weg naar een heiligdom gestraft moeten worden? Maar misschien is de verklaring prozaïscher en hadden ze beter op het weerbericht moeten letten…
In ieder geval hebben wij geluk, want vanaf de lange bergkam die we volgen, zijn de vergezichten spectaculair. Zowel naar het noorden als naar het zuiden kunnen we diep in respectievelijk Frankrijk en Spanje kijken. Ver ten zuiden van ‘onze’ Pyreneeën zie ik een bergketen uit de vlakte opdoemen; geen idee wat het is. Thuis maar eens googelen..
Op een van de cols verblijft een grote groep jongeren, waarschijnlijk een schoolklas, waarvan een flink aantal zojuist -op gympies en in T-shirts- een van de toppen heeft ‘beklommen’. Dat je er in feite via een pad naartoe kan wandelen, doet volgens mij niet af aan de noodzaak van goede kleding en uitrusting, maar vandaag gelukkig geen bittere stormen, want anders waren de kruizen niet aan te slepen… In ieder geval zijn hún vergezichten nog spectaculairder dan de onze.
De hele tocht voert over de kale rotsen, met steeds weer nieuwe panorama’s, die zich voor ons uit ontvouwen. Een groep gemzen staat onverstoorbaar de laatste sprietjes gras weg te kauwen. Ze zijn ver weg, maar het feit dat ze niet wegvluchten, kan betekenen dat hier niet gejaagd wordt. We zien de kale skipistes van Vallter 2000. Pas laat in de middag keren we terug naar meer beboste berghellingen.
Bij een (gesloten) refugio bivakkeert weer een andere schoolklas, met kleinere kinderen. Leuk om de jongeren zo de schoonheid van de bergen te laten ervaren, maar ik zou niet graag in de schoenen van de leraren / begeleiders staan: er zijn op de weg hiernaartoe aardig wat smalle en steile paadjes te volgen en met al die stijf met adrenaline gevulde, hormonen-gierende kinderen, zit een ongeluk in een klein hoekje.. Een dergelijk ‘vergezicht’ komt helaas ook boven drijven, waarschijnlijk ‘geïnspireerd’ door de negen kruizen op één van de cols. Afijn, laten we het op ‘vergezocht’ houden..
Wegwijzers zijn niet tegen álle weersomstandigheden bestand:
We wandelen aan het eind van de middag Setcases binnen, aan de rivier de Ter, waar ook ons hostal is gevestigd: Hostal Ter. Setcases is een mooi dorp, vrijwel volledig opgetrokken uit natuurstenen huizen. De vele accomodaties in het dorpje wijzen op veel bedrijvigheid in de winter; nu zijn de meeste gesloten. Een leuk detail zijn de ‘llevadas’ die door het dorp stromen: kleine kanaaltjes, die zigzaggend het bergwater door het dorp leiden. Overal is het geklater van het water te horen! Benieuwd of die ’s winters allemaal bevroren zijn; ik moet het K eens vragen die hier wel eens een dag gaat skiën, komende van de Costa Brava (om daar de volgende dag weer met 25° in het zwembad te duiken..).
Een dag met prachtige vergezichten. Ik hoop dat de foto’s er een redelijke impressie van geven!
Je blijft inspirerende vergezichten geven Frank. Laatste dagen breken nu aan. Voordat je het weet weer achter een bureau debiteuren crediteuren te spelen met de baas. Shit . Nog maar niet aan denken. Carpe met volle teugen de laatste honderden kilometers. Tot snel.
Ha, prachtig! Deb-cred 😀 Heerlijke serie. Ga ik vanaf nu in praktijk brengen.. Bammetjes en benen op tafel!