*) vrij naar de story of de privé
30 April, 54km gefietst. Stralende zon, ik moet me regelmatig met zonnebrand insmeren. Gisteren was ik mijn benen/knieën vergeten en nu heb ik van die ‘fraaie’ wielrennersbenen..
Nauwelijks wind, wel weer wat topjes, dus de snelheid was niet hoog.
Spanje blijft af en toe verbazen: ik zit in een piepklein dorpje, waar niets is, behalve één (piep)klein barretje met een hele dikke barvrouw (hoe zoek je het uit). Nadat ik het dorp inrijdend eerst aan een man vraag waar hostal Valdemora Casa de Campo te vinden is, word ik het dorp uit gedirigeerd naar een (volgens het boekje verpauperde) camping, met alleen stacararavans. Alles is daar doods en er is geen kip te bekennen, alleen een verdwaalde kat. Het zou natuurlijk zo kunnen zijn dat op het campingterrein zich ook een hostal bevindt, maar die vlieger blijkt niet op te gaan.
Terugfietsend, het dorp weer in tref ik dus die dikke barvrouw in het kleine kroegje. Op mijn vraag begint ze te stralen, pakt een visitekaartje (waar de naam van het hostal op staat: bingo!) en dirigeert me het dorp verder in, naar een oud herenhuis, zoals ik het maar noem: een voortuin, een trap omhoog naar een bordes met terras en binnen een soort atrium met mooie, zij het enigszins afgebladderde ‘frescos’. Niet heel oud schat ik, maar oud genoeg om voor antiek door te gaan.
Klein probleem, er is niemand te vinden (maar ik kan dus wel zo naar binnen wandelen). Na enig zoeken en roepen komt de eigenaar ergens van achteren vandaan, een beetje onder het stof, maar hij heet me van harte welkom. Hij spreekt zowaar redelijk Engels, wat in deze regio zeker niet gebruikelijk is.
Het interieur van de centrale hal ademt historie: boekenkasten met van alles en nog wat. Een stuk of 6 kamers komt allemaal op dit atrium uit. Een daarvan is mijn ruime kamer, met een hypermoderne douche, met voor-, achter-, opzij-, waterval- en regendouche. Tsjonge, hoe lang blijf ik hier wel niet onderstaan zodadelijk…
De eigenaar, met iets scheve bril is een voormalig zakenman (zo maak ik uit zijn verhaal op, maar ik weet nog niet alles), die nog druk doende is een ander gebouw, achter het herenhuis, om te bouwen tot een ‘spa’, althans dat is zijn plan. Er staat alleen een voorgevel. In de tuin achter het huis en de bouwplaats is een klein zwembad, met zwart water en een uitschuifbare overkapping, die dicht is. Hij moest een paar dagen geleden tijdens een onweersbui (díe komt me bekend voor!) heel snel de boel sluiten, omdat anders a) het water zwart zou worden van het stof en zand van de bouwwerkzaamheden en b) de overkapping wel eens zou kunnen wegwaaien. Het tweede is hem gelukt!
Ik heb in ieder geval mijn zwembroek tot nu toe voor niets meegenomen (zoals wel meer dingen..).
Maar wat vind je ervan? Een dorp met niets en dan zo’n oase (nog niet helemaal af, maar straks is het dat zeker), voor € 25,- voor de overnachting met ontbijt.
Verschillende aanwijzingen doen me vermoeden dat de, wel iets verstrooide eigenaar alleen is -ik heb in ieder geval nog geen ‘dueña’ gezien- en direkt begin ik te fantaseren over de dikke barvrouw de me zo stralend het kaartje van het hotel overhandigde… Ach, je moet toch wat en het fantaseren over een romance tussen de dikke barvrouw en de verstrooide zakenman, alias spa-eigenaar, zou zo maar eens een leuk verhaal op kunnen leveren.
Omdat ik al wat dagen onderweg ben, vraag ik aan het eind van de middag aan de ‘dueño’ of ik wellicht wat kleding in een wasmachine zou mogen stoppen; beetje brutaal, maar ik ben nog geen wasserette tegengekomen nl. Ik heb de zak met niet helemaal frisse inhoud al in mijn hand. Hij kijkt me eerst wat hulpeloos aan, maar herstelt zich en zegt dat dat wel kan! Ik voeg eraan toe dat ik de boel zelf wel zal ophangen (ik heb een lijntje en wat knijpers bij me), maar daar hoef ik me geen zorgen over te maken (‘no te preocupes’, heet dat in het Spaans, wat ik een aparte, maar leuke uitdrukking vind). Hij heeft ook wel een wasrek.
Om de tijd te doden wandel ik wat rond in het ‘levendige’ dorpje, waar niets is, behalve het kleine barretje, en drink daar een fanta op het terras.
Of ik het hotel gevonden heb?, vraagt de dikke mevrouw me even stralend als daarvoor. Maar natuurlijk!
Na een uurtje loop ik terug, net op tijd om de eigenaar van het hotel uit een werkcabine achter het huis te zien komen, met in zijn armen een baal gewassen kleding. Getweeën hangen we de was aan een opvouwbaar wasrek met (kerst!)knijpers. Hij wil het me niet alleen laten doen..
Ik zit daarna op het terras op het bordes en ben benieuwd wat de rest van de dag me nog brengt, want zojuist komt een keurige oudere heer met twee kleinkinderen het bordes oplopen. De man, niet goed te been, vraagt me waar de eigenaar is (ik antwoord dat hij waarschijnlijk achter het huis te vinden is), maar omdat hij moeilijk loopt, wijs ik hem de weg, alsof ik hier al jaren kom.
Even later volgt een oudere vrouw, de oma waarschijnlijk, die mij doodleuk haar identiteitsbewijs toont, in de veronderstelling dat ík de verstrooide spa-eigenaar ben. Afijn, dit gaat nog een leuke avond worden…
Naschrift: het was een rustige avond, zonder romance!
Hoi Frank, ik geniet van je belevenissen en de prachtige foto’s. Het is net alsof ik met je meereis !
Wat een mooi verhaal!
Is het nog wat geworden tussen de dikke barvrouw en de bestofte spameneer? Neem een setje van die kerstknijpers mee! xxx, m
Nee, het werd slaande ruzie 😉
Ook geen enkele tint grijs dus broer!
Het begint langzamerhand spannend te worden in je roman, Hoewel 50 shades of grey wel wat ver te zoeken zal zijn tussen de dikke barvrouw en de verstooide eigenaar/zakenman, maar wie weet we wachten met spanning af. Leuke foto’s, wat interessanter dan de ‘Selfies”. Beetje plagen mag!? HW