29 April, tot nu toe 25km gefietst. Lekker op terras in Cuenca, stadje met de hangende huizen (en de hangouderen, hè ma, weet je nog?). Ik blijf er niet overnachten, want het komt slecht uit qua afstand. Jammer, want het is inderdaad een indrukwekkend plaatsje met aan twee kanten een kloof die het insluit. Enorme steile straatjes, maar gelukkig ben ik vanaf de bovenkant binnengekomen (tip van Paul, die goud waard is!). Zelfs naar beneden is nauwelijks te fietsen, zonder je vingers te verkrampen.
De afstanden in Spanje zijn fors, althans als je een fatsoenlijk dak boven je hoofd wil ’s nachts. Veel kleine dorpjes onderweg hebben geen voorzieningen, dus moet ik goed plannen waar ik de volgende dag wil neerstrijken. En dat is vandaag dus niet in Cuenca, maar in een dorpje verderop. Ook die afstand is niet groot voor vandaag (nog zo’n 20km), maar morgen wordt weer 70, dus maak ik er vandaag een ‘rustdag’ van en parkeer m’n fiets bij het terras waar ik nu zit en ga zo wat rondlopen. Ik beloof de camarero (of garçon, want het is een Fransman – hij begint uit zichzelf Frans tegen me te praten; zie ik er uit als Yves Montand? Dan toch liever als Alain Delon.. 😉 ) dat ik straks wat kom eten.
Wat die afstanden betreft: het is best zwaar. Wat ik me niet gerealiseerd heb, is dat ik in 2011 van huis startte en lekker ben ‘ingefietst’, met hooguit een ‘colletje’ van 1 of 2m.. Vanaf het moment dat het serieus begon te worden had ik al flink wat weken in de benen.
Maar nu ben ik vanaf Valencia iedere dag flink wat procenten de lucht ingegaan. De Via Verde eerst geleidelijk (maar een hele dag 2-3÷ stijgen is ook redelijk vermoeiend), en nu dagelijks wel 1of 2 (of 3-4) topjes, waarbij de snelheid wegvalt tot hooguit 5km/u. Natuurlijk, ik ga ook weer naar beneden: zonder probleem haal ik dan de 45 en moet dan nog bijremmen (ja M, helm op!), maar even later gaat het weer omhoog! En dan realiseer ik me dat ik niet heel veel getraind heb voor mijn vertrek..! Ik klaag niet, ik doe het me per slot van rekening zelf aan, maar, en dit is het bruggetje naar wat ik wil zeggen, ik geniet weer van jullie reacties! Mooi om jullie enthousiaste commentaar te lezen!
Ja, het gaat goed; ja, de knie speelt af en toe op, afwisselend links en de volgende dag rechts (toch handig: niet tegelijk); ik moet ze af en toe onder het fietsen ‘los’ laten hangen, maar met een zalfje (van H) blijft alles onder controle!
En dan daarna op een terras in de zon, zoals nu, onder toeziend oog van de ‘dueño’ van de enorme cathedraal waar ik zit (40.078354,-2.129481) of aan het eind van de dag met een koele caña besef ik waar ik het voor doe! (ja broer, dat kan ook zonder die afstanden te bikkelen, ik weet het 😀 ).
Grappig is dat ik de reis kan volgen via internet. Zodra jij een naam van een berg of een restaurant of een plaats noemt dan heeft google geen geheimen meer!
Mooi hè? Ik zit nu hier: 39.614888,-2.104848 in een piepklein dorpje bij een stuwmeer (Embalse de Alarcón). Heb ‘r nu 430km opzitten, ongeveer 1/3e. So far so good!
Een wonder toch. Een weizen alleen na afloop, niet onderweg he. Hou de kuiten soepel!
Mmm, dat glas wijn was om 14:00…
Ff tussendoor 😉
H F,
Doet denken aan het moment dat we in Oostenrijk met rugzak de trein uitstappen: je ziet de mooie toppen van de bergen maar je beseft je ook dat je er meteen niet warmgelpen over moet. Maar ‘every cloud had a silver lining’ -niet dan ja toch – als ik je zo zie zitten voor de kathedraal.
Fiets ze morgen,
HK
Dank je HK, exact hetzelfde gevoel. Maar voor je het weet sta je toch weer op de top, waar een Weizen wacht!