Over een ‘lone walker in the woods”

Eergisteren was geen leuke dag. Het was zwaar, de ondergrond moeilijk en sommige stukken op de route nogal steil. En ik liep volkomen in m’n eentje; alsof geen sterveling het park Ordesa uit wilde gaan…

Vanaf refugio de Goriz begon het traject normaal en het weer was prachtig! ’s Morgens vroeg kwamen een paar guardias van het park controleren of de tenten wel afgebroken waren. Een loslopende hond van een groepje wandelaars zal wel bekeurd zijn… en dat allemaal om half acht ’s ochtends.

Maar al snel steeg het pad naar de Collado de Arrablo (2.343 m), met daarna een afdaling die puur klauterwerk inhield, met bijbehorende afgrond. Om vervolgens weer te klimmen naar de Collado de Añisclo (2.453 m), waarna volgens het boekje: ‘the 1.000 m descent is unpleasantly steep and very intimidating, with awkward rocksteps to climb down (..) and is mentally as well as physically tiring, requiring continuous concentration’. Ahum, en dat in m’n eentje?

Tijdens de tocht zat ik me dus enigszins op te vreten om wat komen ging en ik putte me uit in het bedenken van alternatieven… die er niet waren, anders dan omkeren en teruggaan naar Torla. Ook geen fijn idee, hoe mooi het park ook.

Dus maar weer de blik op op het pad en altijd kijken naar de volgende stap. Bovenaan Añisclo viel zowaar de afdaling enigszins mee: een eindeloos slingerend pad door gruis en grove blokken, maar qua hoogte niet heel intimiderend (hangt bij mij altijd van diverse factoren af; andere momenten ben ik een ‘watje’). Alleen die lengte… 1.000 m daling in 3,5 km, wat is dat? Zo’n 35%?

(naschrift: nee, het is 28,6%, want 1.000 m op 3.500 m is gelijk aan 1.000/3.500 m op 1.000 m, ofwel 28,6 m op 100 m = 28,6%).

De meegebrachte lunch van Goriz was zeer welkom en voedzaam, met allemaal lekkere verrassingen in een grote zak! Kijk maar:

Maar er kwam werkelijk geen einde aan de afdaling. Eerst door het kale rotslandschap, om vervolgens door het bos te blijven dalen, dalen en nog eens dalen. De hele tocht kwam ik slechts een paar mensen tegen, in tegenovergestelde richting, die natuurlijk een pittige kluif hadden aan de even eindeloze klim.

Kortom: toen ik in de refugio Pineto aankwam, kon ik geen puf mee zeggen (wel een cerveza clara bestellen gelukkig..). Zowaar waren al diverse lopers uit Goriz gearriveerd, die kennelijk eerder gestart waren, maar die ik -ondanks de vergezichten- geen enkele keer gezien heb. De hut lag overigens heel idyllisch in het bos.

De volgende ochtend had ik vreselijke spierpijn in de bovenbenen.. terwijl ik toch al redelijk wat kilometers gemaakt heb, in 3D.

Maar vandaag is een uitstekende dag. Ik lift vanuit Bielsa, dat vier kilometer uit de route ligt, naar het startpunt. En wie staan daar ook te liften? De drie Duitsers! Zij zijn het eerste aan de beurt; ik loop al vast een eind door, om vrij snel opgepikt te worden. Als ik in de route stap, zie ik achter me een ‘lone walker’ langs de weg lopen. Geen lift gekregen of een échte doorloper?

Als ik net aan een rustige klim ben begonnen, zie ik een sok op het pad liggen. Denk, denk, neem ik die mee? Stel dat ik de eigenaar tegenkom? Doe niet zo gek, da’s een speld in een hooiberg! Bovendien is ‘ie nat en mijn rugzak vol.. ik loop door. Tien minuten later kom ik… de Duitsers tegen. Blijkbaar vóór mij een lift gekregen, wat ik niet gezien heb aan de auto’s die mij passeerden. En wat hangt aan de rugzak van de lange jongen? Eén sok. Ik vertel hem dat hij twee dingen kan doen, of teruglopen, of zijn geld in de resterende stoppen.. Hij doet zijn rugzak af en rent met zijn lange lijf (de speld?) het pad af, naar beneden!

Inmiddels is de ‘lone walker’ ons ook gepasseerd. Ik loop enige tijd achter hem, maar als hij stopt om iets uit te trekken raken we aan de praat. Hij heet Alberto (‘Alber’), en komt uit een dorpje bij Bilbao. Een Bask die gelukkig ook normaal Spaans spreekt! Rustige kerel, 55 jaar en zijn loop tempo kan ik voorlopig bijhouden.

Omdat het begin van het traject over een breed karrespoor door het bos gaat, kunnen we uitgebreid informatie uitwisselen. Voor zover mijn Spaans het toelaat, natuurlijk, maar Alber is niet te beroerd om dingen te herhalen of uitleg te geven. Hij weet veel van de regio, hij heeft de GR11 al eerder in omgekeerde richting gelopen, ook delen in de winter en hij klimt bovendien regelmatig in dit gebied. Alle bergtoppen die we zien kent hij bij naam!

En hoewel ik (veel) praten tijdens het lopen doorgaans niet prettig vind, is het rustige tempo van zowel het lopen, als het gesprek een aangename afwisseling (afleiding?) voor de lange klim naar de Collado Chistau (2.346 m).

Als we de kam passeren komen we in een prachtige valei, met groepjes bomen en alle soorten groen die je kan bedenken. Alber wijst me op mooie rode bessen…. die zeer giftig zijn (familie van de ‘nachtschades’). We praten over ‘Into the wild’, het boek -en de film- over de jongen die het eten van deze bessen fataal werd. En over ‘A walk in the woods’ van Bill Bryson’. Allemaal onderwerpen die passen bij dit landschap.

Plotseling wijst hij in de lucht naar een laagvliegende, maar rondcirkelende roofvogel. Hij verbaast zich over zijn gedrag, dat hij als niet normaal beschrijft. Een ‘Quebrantahuesos’, wat me op dat moment niets zegt, een jonge vogel met wit op zijn buik, in plaats van oranje zoals bij de oudere vogels, volgens Alber. De lone walker ontpopt zich als een wandelende encyclopedie. Later zie ik op internet dat het de vrij zeldzame en bedreigde lammergier is (EvE!). Zo voor onze neus, zoekend en cirkelend. En bottenbrekend, want dat betekent zijn naam in het Spaans! Hij laat botten uit de lucht vallen of gooit stenen op een karkas om de botten te breken en het merg er uit te eten. Fantastisch; en dat zomaar tijdens een ‘walk in the woods’!

We lunchen op een hellinkje in de zon; hij is vegetarier met een speciaal dieet. Een enorme zak met crackers en noten komt uit zijn forse rugzak. En flinke hompen kaas. Hij heeft eten voor een week bij zich, want het eten in hutten wil/mag hij niet hebben. Iets te snel naar mijn zin wil hij al weer verder lopen; van verder stoppen onderweg komt het niet…

Het laatste stuk naar de schitterend gelegen refugio Biadós is een venijnige klim; en de zon schijnt meedogenloos. We lopen inmiddels achter elkaar, maar Alber weet van geen ophouden… als een diesel loopt hij! Met moeite houd ik hem nu bij en ik besluit in dit laatste stuk dat ik morgen toch weer alleen ga lopen. Erg gezellig was het, maar voor mij toch iets te zwaar: lang doorlopen en tegelijk Spaans (proberen te) praten. Morgen ben ík de ‘lone walker in the woods’!

Naschrift: refugio Biadós is in handen van een familie en erg knus en gezellig. Ik ontmoet (weer) twee Ieren, Alec en Conner. Maar dat is voor een volgende keer.

Advertentie

Over Biking Banker

Biker & Hiker and in between a Banker
Dit bericht werd geplaatst in Reisverslagen. Bookmark de permalink .

4 reacties op Over een ‘lone walker in the woods”

  1. roel zegt:

    wat een avontuur Frank!! Trots!! Keep it up!

  2. Inge zegt:

    frank, zo knap van je!! zalig dat je dit doet en hoe je het beschrijft! veel succes!! inge

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s