2 Juli, 55 km gefietst; zon en een pittig windje.
Na de bijzondere ervaring in Aliaga is het even wennen om verder te fietsen, temeer daar ik heb besloten om mijn tocht af te breken. Ik ga nog wel naar Teruel, hoofdstad van de gelijknamige provincie, maar omdat het gisteren in Aliaga wat later is geworden doe ik die etappe niet in één keer. Ik slaap in Cedrillas: Hostal Ramiro (40.4377 -0.8488). Onderweg passeer ik nog een colletje, waar een bord naar een skigebied verwijst.. Dat verwacht je hier met 35¤ niet zo snel. Maar het valt mij op dat op deze hoogvlakte grote houten hekken staan, ca. 40-60 meter van de weg verwijderd en niet continu, maar op bepaalde plaatsen. Ik vermoed dat in de winter de sneeuw hier behoorlijk kan stuiven en dat de hekken dat moeten tegenhouden, maar zeker weten doe ik het niet. Op de col stopt ook een motorrijder; hij maakt een foto van zichzelf en ik loop naar hem toe om hem met motor en col-bord te vereeuwigen. Hij rijdt alle cols in Spanje af om deze vast te leggen.. Een mooie hobby, want dan ben je wel even bezig! Maar liever niet op de fiets…
3 juli, Cedrillas-Teruel, slechts 31 km gefietst, grotendeels bergafwaarts, dus ik ben op tijd voor de jaarlijkse feestweek in deze mooie stad. Het is deze hele dag bewolkt en het weerbericht voorspelde gisteren regen en/of onweer, maar dat is uitgebleven.
Ik verblijf in een prima hostal in het centrum: Hostal Aragon (40.3434 -1.107). Ik val middenin een processie, waarbij een altaarbeeld wordt gedragen door twaalf mannen in zwarte kleding. Ze maken de traditionele schommelbeweging: als ze stilstaan, omdat de stoet niet snel genoeg gaat, blijven zij op de plaats heen en weer wiegen. Natuurlijk op de maat van de muziek, die achter de stoet aanloopt: een soort fanfare, maar dan met spaanse muziek! De stoet is op zijn zondags-best gekleed.
Op het plein staat een Micky Mouse die voor kinderen langwerpige ballonnen in allerlei vormen kneedt: een hart, een zwaard (om amoureus door het hart te steken denk ik direkt..) en nog zo wat. Bereidwillig gaat hij op de foto met mijn fiets; leuk verkleed-plaatje, toch?
4 Juli, stralende zon. Hoewel ik nog een dag in Teruel blijf, valt het feestgedruis nogal mee, of tegen zo je wil. Het hoogtepunt van de evenementen bestaat uit stierenvechten aan het einde van de week, maar die laat ik graag aan mij voorbij gaan. Ik geniet op terrasjes. Eindelijk wen ik aan het ritme om pas om half 11 ’s avonds te gaan eten; een vrouw heeft mij een goed casero restaurant aanbevolen: Restaurante Ovalo. Om 12 uur ’s nachts komen nog steeds gezinnen met kinderen tafelen, lekker buiten op het terras in een koel briesje. De zonsondergang eerder op de avond is fenomenaal: roze en oranje vechten om de eerste plaats, maar natuurlijk wint uiteindelijk zwart (met ontelbare heldere blinkertjes).
5 Juli, 72 km gefietst; zon, maar wind tegen. Van internetsite van PB heb ik een tijdje geleden een pdf-document geplukt, met recente aanwijzingen van medefietsers die de tocht in Spanje hebben gemaakt. Iedere dag bekijk ik de print of er waardevolle informatie over de route van die dag op vermeld staat (bijv. hotel of camping gesloten, of leuke ervaringen op bepaalde plaatsen). Door deze informatie kom ik te weten dat er een Via Verde van Teruel vrijwel geheel naar Valencia loopt, met de spannende naam Ojos Negros, zwarte ogen. Ik volg dit traject, dat grotendeels dalend is, maar een stevig briesje voorkomt dat ik lui wordt: ik moet zowaar af en toe bijtrappen. Toch is het warm, zeker als het oude treintracé in kloven tussen de heuvels loopt.
Voor mij springt plotseling een groot hert over het fietspad; we schrikken ons beiden een hoedje, maar het hert is al gevlogen. In de smalle kloven die voor het tracé zijn uitgehakt zitten overigens veel vogeltjes die vlak voor mijn fiets wegvliegen. Ik ben er beducht op dat er eentje tussen mijn spaken vliegt. Gewoon hard door blijven trappen, denk ik, even mijn biologen-hart verloochenend, want als ik ga uitwijken lig ik met een vaartje van zo’n 33 km/u zo tegen de (gravel)vlakte.
Ik beland in Barracas (Hostal El Norte, 40.0154 -0.6964), dat eigenlijk een groot wegrestaurant is, want de Via Verde komt hier samen met de A23 van Teruel naar Valencia. De trucks rijden af en aan, wat meestal een goed teken is voor de keuken van het etablissement. Naast hostal en restaurant is een winkel en een jamoneria, met eindeloos veel hammen aan het plafond. Het is dat ik op de fiets ben, maar anders zat zo’n serrano-poot allang in mijn bagage! Ik eet mijn avondeten samen met vrachtwagenchauffeurs, onderwijl naar de TV kijkend. De porties zijn gigantisch; zoöok de ronde buiken van de heren… Bij het menu hoort een fles wijn en die gaat bij een aantal schoon op, al dan niet aangelengd met water (gewoon: glas wijn en bijvullen met water!). Ik hoop dat ze niet verder hoeven te rijden!
6 Juli, van Barracas naar Valencia. Er bekruipt mij het gevoel dat ik met wintersport ook wel heb op de laatste skidag: niet nu nog even een been breken. Deze laatste fietsdag dus geen snelheidsrecord willen neerzetten; wat ik wel breek is de dagafstand, want ik fiets zowaar 103 km, zo ver was ik op een dag nog niet gekomen. Rocinante ruikt stal! Van deze afstand rijd ik weliswaar 40 km fluitend over de Via Verde, waar ik vrijwel niemand tegenkom.
Deze twee dagen fietsend op het oude spoortraject valt mij wel iets bijzonders op: naast dit oude spoortalud, op een afstand van hooguit 50-100 m, loopt een modern spoor; geen smalspoor in ieder geval. Het moet een dieseltrein zijn, want er staan geen electriciteitspalen. Al die tijd dat ik mij op de Via Verde bevind passeert geen enkele trein. Zal dit nieuwe spoor stand houden? Ik vermoed dat over een jaar of 10 het nieuwe tracé ook wordt opgeheven en dan kan een tweede Via Verde worden aangelegd, naast de huidige: een traject voor de heen- en een traject voor de terugweg (lekker zwaaien naar elkaar..). Of fietsers op het ene en brommers op het andere spoor; zo zijn nog wel meer leuke toeristische ideëen te bedenken dunkt me.
In deze laatste fietsdag (de ALLER-laatste!) zit nog wel enig venijn in het staartje, want om Bob en Janine, de engelse ‘carkeeper’, te bereiken, moet ik een traject afleggen dat ik doe met een bladzijde uit een wegenatlas van 1:400.000. Zonder hoogtelijnen (wat heb ik mij daar in het begin ook alweer over voorgenomen..; bij dat leuke doorsteekje in de Ardennen?). Het is te fietsen, zo verzekeren diverse chauffeurs mij nog in Hostal Norte; alsof zij verstand hebben van fietsen…
In ieder geval blijkt het een heuvel van 951 m te zijn (Col de Montmayor), waarbij ik, uiteindelijk, over 13 km ruim 500 m stijg. Ik ben nu niet zo snel in hoofdrekenen (een gemis in mijn beroep zou je zeggen, maar door dat fietsen gaat er meer bloed naar de spieren en minder naar de hersenen, vandaar..), maar het stijgingspercentage voelt bij deze temperatuur aan als ‘killing’. Niets ergers dan een col te moeten ‘nemen’ zonder vooraf te weten hoe lang je nog moet en hoeveel je nog stijgt. Maar deze laatste ‘pukkel’ zal mij er niet onder krijgen en na een van de Rabo-bidons over mijn hoofd en rug te hebben gegoten ploeter ik verder. Ik ga deze laatste dag niet afstappen!
De afdaling voelt als een overwinning! Inmiddels ben ik de 3000 km gepasseerd en dat smaakt naar bier en pinda’s en daarna naar rosé en ‘rellenas’, van die lekkere zoute olijven gevuld met anchovis. Fysiek zou ik nog wel verder kunnen (althans na een overnachting), maar psychisch is de grens bereikt.
Ik word bijzonder hartelijk ontvangen door Bob en Janine en drink… een kop thee en een glas water, met een paar heerlijke engelse koekjes erbij. Zelf gewild overigens, want ik moet nog rijden. Bob oordeelt met een grote smile dat ik ‘completely mad’ ben en ‘there is defenitely a screw come loose in your head’ om met de fiets naar Spanje te komen. Hij houdt het bij zijn Suzuki-motor waarmee hij ‘loose’ gaat (>60 jr).
Wat onwennig rijd ik de laatste 150 km in de auto met de fiets achterin naar ons huis. Waarom niet dat laatste stuk op de fiets? Nou, omdat de kuststreek heel druk is, beslist niet op fietsers ingesteld en omdat ik geen kaart heb met hoogte profiel en omdat het bovendien de komende tijd wel handig is om een auto bij de hand te hebben. Want dat fietsen….
7 Juli, 0 km gefietst, 35¤, zwembad…
Ik ontvang vandaag een mail van WordPress waarin staat vermeld dat over 90 dagen mijn domeinnaam ‘bikingbanker.com will expire’. De schrikt slaat me om het hart; ‘mijn’ blog wil ik niet zomaar laten ophouden, daar wil ik nog iets mee doen. Wat is nog onbestemd, maar om die nulletjes en eentjes zomaar ‘ins blaue hinein’ te laten verdwijnen, daar ben ik nog niet aan toe! Leuk, zo’n mail van je provider als je net bent aangekomen… Dat noem ik nog eens ‘punctual commercial pressure’!
Maar voor nu rest mij in ieder geval een woord van dank uit te spreken, want ‘jullie’ hebben mij geweldig gesteund. Zonder dit medium zou ik mij beslist eenzaam hebben gevoeld. En hoezeer jullie wellicht naar mijn verhalen uitkeken, ik ben iedere dag weer vreselijk benieuwd geweest naar jullie reacties. Jullie hebben mij overladen met steunbetuigingen, en complimenten ook, waar ik bijna verlegen van zou worden, zij het dat ik niet zo’n last heb van het gènegen.. (ik heb geen dakje op mijn Nokia, vandaar een streepje, om het woord leesbaar te maken).
Zonder gekheid, ik ben jullie echt dank verschuldigd. Een aantal van jullie is bijzonder trouw geweest (ik ga geen namen noemen, je weet het zelf wel..), met veel reacties op mijn blog of via sms.
Er is één naam die ik wel wil noemen. Het is het cliché dat je voorin in veel boeken tegenkomt (‘Voor mijn lieve…, zonder wie etc.’), maar zonder Mieke was deze tocht inderdaad niet mogelijk geweest: ruim twee maanden heeft zij de boel thuis draaiende gehouden: ‘Daaan, opstaaaan!’ etc., zie haar dagindeling.
Daar neem ik met veel respect mijn (stro)hoed voor af. Bedankt ‘wijffie’, dikke knuffel en tot gauw!
