24 April, zon, later halfbewolkt, weinig wind (1-2), 80km gefietst. Tsja, wat wil je. Spierpijn en rauw zitvlak als je de eerste dag zo’n afstand gaat fietsen.. Om 9 uur in Valencia was het nog even spannend of mijn fiets wel aan zou komen. Alle bagage van de band, iedereen zijns weegs en daar sta je dan… zonder fiets. De douanebeambte verwees me door de automatische deuren naar een loket in de aankomsthal. Maar kom ik dan nog wel terug als mijn fietsdoos toch nog op de band verschijnt? ‘Ningun idea’ ofwel: je zoekt het maar uit. Het betreffende loket is onbemand: even weg staat op een briefje (andere vracht lossen? even naar ‘servicios? of -en dat vrees ik even- gaan ontbijten, dat doen Spanjaarden 3x ’s ochtends, met voor alle drie verschillende woorden).
Maar mijn vrees is onterecht: de beambte die mij naar dit loket stuurde komt mij zowaar terughalen, terug door deuren die anders niet meer opengaan: de doos is toch bij de band beland. Hoera, ik ben compleet!
Ik sta inmiddels buiten de fiets in elkaar te schroeven, komen er drommen mensen uit de aankosthal richting een aantal bussen. Enkele chauffeurs lopen druk delibererend van de ene bus naar de andere, elkaar instruerend hoe ze moeten rijden. Waar naartoe, ik weet het niet. Maar ik kom er snel achter. Een jonge vent komt naar me toe, terwijl ik net mijn trappers aan het monteren ben: ‘ of ik weet hoe ver het is naar Alicante?’ Alsof iedere fietser de afstanden in Spanje uit zijn hoofd weet! Nu weet ik toevallig dat het ongeveer 210km is en ik voeg er aan toe of het niet slimmer was geweest om direct naar Alicante te vliegen? ‘Dat was ook mijn bestemming’ reageert hij, en van al die anderen die op dat moment in meerdere bussen worden gepropt: het vliegtuig kon niet landen in Alicante vanwege de mist en moest uitwijken naar Valencia (zon). Dat is balen: heb je een tripje naar Benidorm geboekt, moet je eerst ruim 200km zuidwaarts met de bus naar de oorspronkelijke luchthaven, om daarna weer met een andere bus 65km naar het noorden te rijden, waar Benidorm ligt. Vakantievieren is geen sinecure, als ik de gezichten van de buspassagiers zie. En de gemoedstoestand van de chauffeurs werkt ook al niet mee. Ach, over een paar uur ligt iedereen met wit lijf in de zon. Komt allemaal wel goed!
Als mijn eerste dag dat ook maar doet: met de print van Google maps wegfietsen van het vliegveld, op zoek naar de ‘via verde’ Ojos Negros. Dat valt niet mee. Ik rijd verschillende keren verkeerd, maar kom uiteindelijk na ca. 50 km bij het begin van het voormalige spoorlijntje. Het vervoerde ooit ijzererts uit de bergen bij Teruel en heet daarom ook wel de ‘Ruta de la Minera’. Het begin van het traject is vrij ruw: gravel met grotere stenen ertussen. En het traject verloopt vnl. omhoog, met een stijgingspercentage van 2-3 procent. Hoewel ik die dag dus 80km fiets, is mijn gemiddelde niet harder dan 10km per uur. Killing! Mijn ogen staan op zwart.. En je begrijpt waar mijn spierpijn vandaan komt.
Het doel van de dag is een camping in Navajas. Maar ongeveer 5 km ervoor, in het dorpje Altura, houdt de via verde plotseling op. Geen bordje, wegomlegging, niets!? Ik vraag diverse locals, maar ik word glazig aangekeken. Kan je het je voorstellen? Als je in Katwijk het fietspad door de duinen naar Wassenaar vraagt en niemand die je kan helpen? Ik dwaal wat rond en zie een jonge kerel in hardloopkleren: die weet raad! Hij loopt er regelmatig. Ik moet terug naar het punt waar de route ophield, dan een aantal kleine paadjes op, een bruggetje, een flinke helling naar beneden en, ja inderdaad, gevonden! Moe, maar opgewekt (Rocinante ruikt stal) begin ik aan de laatste paar kilometer naar Navajas. Het bruggetje, de helling en… pats, lekke band. Op de eerste dag! In 2011 had ik er goed en wel 800km opzitten voor mijn eerste (en enige) platte. Daar sta je dan. In ieder geval niet in the middle of nowhere. Sterker: ik ben net hostal Victoria gepasseerd, tegenover een Caravanpark en een zwembad.. leeg welteverstaan. Nou, dan maar geen camping, maar een heus bed en zelfs een bad (1,5 meter lang weliswaar). Fantastisch!
Onder het genot van een koele Estrella Damm plak ik mijn band (behoorlijk gat, maar vreemd genoeg geen doorn of iets in de buitenband) en mag daarna de fiets in de schuur zetten, tussen stapels kratten, een oud bedframe en nog meer belangrijke dingen, waar je niet zonder kunt.. Ik ben de enige gast en de (enorme) eetzaal wordt in het licht gezet, met kroonluchters met van die gezellige witblauwe spaarlampen! Geen probleem. Het ‘menu del dia’ (€ 10, incl. bebida, pan y postre) smaakt verrukkuluk! Dat een bebida gelijk staat aan een halve fles ‘vino tinto de la casa’ en een mineraalwater maakt dat de mensen hier niet snel rijk worden.
Maar het maakt voor ons het uit eten gaan een stuk aangenamer! Ik slaap als een roos. Tot de volgende keer!
(Foto’s: via verde, die af en toe instort en hostal Victoria).
- 20150424 161244
Ha Frank,
De kop is eraf, da’s mooi!
We gaan je weer volgen. Vanavond komen Mieke en Pauline weer aan, ik geloof dat ze het heerlijk hebben gehad.
Sterkte met de k*nt !
Hoi Frank,
Wat heb je het toch weer goed voor elkaar! Mooi verhaal. Succes de komende weken!
Groeten,
Mark Visser