Even een update van de afgelopen dagen. We raken steeds meer gewend aan het lopen. De dagen starten vroeg, rond 8:00, om zoveel mogelijk meters in de koele ochtend te maken. We hebben een paar dagen mist en nevel in de ochtend, wat het lopen makkelijk maakt, maar het uitzicht beperkt. Toch zijn er schitterende momenten als we over een hoge grashelling lopen en plotseling de zon een gat in de bewolking slaat. Het uitzicht is in één klap fenomenaal!
Op een van de hoogste punten staat een ‘kabouter-paddestoel’, die bij nadere inspectie een postbusje blijkt te zijn. Zoiets als waar je in de Alpen een ‘Gipfelbuch’ in aantreft, ware het niet dat hier dan een kabouter-buch in zou moeten zitten.. Er zit alleen een briefje in dat door het vocht niet meer te ontcijferen is, helaas. We stoppen er een mueslibar in, voor volgende hongerige kabouter-buch-zoekers.
Grote groepen gieren zwermen op de wind en de beginnende warmte. We kunnen ze niet meer tellen, zoveel vliegen er hier. Op zoek naar een ziek paard, een overleden koe of andere zaken die het opruimen waard zijn. De botten die we regelmatig tegenkomen zijn volledig blank en kaalgegeten.
We overnachten onder andere in een albergue, midden in de natuur, met grote groepen paarden die voor de albergue langs gedreven worden naar een koraal waar een veearts de dieren van een injectie voorziet, met een enorme spuit. Mooi gezicht, die galopperende ‘knollen’, zouden wij in Zeeland zeggen: groot, fors met prachtige dikke ‘sokken’.
We lopen deze week gemiddeld 18-19 km per dag, totaal 120 km in zeven dagen. Niet slecht voor een paar matig getrainde laaglanders. 🙂
Rond het middaguur is het inmiddels lekker warm en helemaal opengebroken. We lunchen met bocadillos in het gras, in de zon. Een paar dadels of zoute almendras onderweg. En veel water! We sjouwen minimaal 1,5 liter per persoon mee, wat in deze warmte geen overbodige luxe is.
De overnachtingen zijn prima. Leuke kleine dorpjes met mooi onderhouden huizen, ogenschijnlijk bewoond door veel mensen. Anabel, de dochter van de bewoners van een casa rural waar we overnachten, vertelt dat in veel van die grote huizen vaak niet meer dan één persoon leeft.. De trek naar de grote stad heeft hier ook toegeslagen. Het beetje toerisme door de GR11, maar ook door de Camino de Santiago, die we een paar keer kruisen, brengt gelukkig wat geld in het povere laadje.
De ouders van Anabel, goede tachtigers, volgen ons gesprek, onderwijl kijkend naar de televisie. Maar als het weerbericht op de buis verschijnt vraagt de oude baas (met alpinopet op.. in huis!) onze volle aandacht. Belangrijk voor de volgende etappe! We worden nog getracteerd op een glas lokale Pacharran, volgens onze gastvrouw veel beter dan die van het merk Z* c*.
Anabel, die een toerisme achtergrond heeft, weet ons te vertellen dat de Pyreneeën het op een na grootste bos van Europa herbergt. Wij knikken braaf, maar denken er het onze van, tot Jan de volgende dag op google leest dat het nog waar is ook! Een leuke ontmoeting met lokale mensen. Dat ik in een kleine studeer/slaapkamer sliep, waarschijnlijk vroeger van Anabel zelf, gezien de veelheid aan mappen en informatie over toerisme , doet niets af aan de toewijding, die een warm gevoel geeft.
Vlakbij Burguete ligt het plaatsje Roncesvalles, een officieel startpunt van de camino de Santiago. Rianne ziet in de ochtend een grote stoet Amerikanen het dorpje passeren, in vreemde uitdossingen, compleet met kniebeschermers. ‘Oh, look, how lóóvely, those houses’ en vergelijkbare uitroepen, terwijl ze in kolonne door het dorp lopen. We zien Brazilianen, Koreanen en ongetwijfeld nog 100 andere nationaliteiten. Blij dat ik niet ‘in de Heere’ ben; overigens met alle respect voor de wandelaars die wel met een goddelijk doel deze route lopen. Ieder zijn ‘ding’. Het heeft wel een groot ‘Vierdaagse’ gehalte…
In Burguete slapen we in een hostal dat in de 19e eeuw nog hotel heette. Het is sindsdien vergroot, maar de oude sfeer is perfect behouden. Alles hout van binnen en de ‘gelagkamer’ staat vol met oud tafelzilver. De eigenaar is helaas een man van weinig woorden, wat we wel vaker aantreffen in de bars en restaurants, waar we aanlanden. Niet onvriendelijk, maar zeker geen ster in ‘hospitality’. Jammer, er valt zoveel meer van te maken. Maar met al die wandelaars van de GR11 en de camino komen de mensen toch wel…
Nee, neem dan de uitbater van Eskola Taverna, in het gehucht Orbara (43 inwoners). Als wij daar rond het middaguur aankomen is hij net grote tafels aan het dekken, allemaal aan elkaar voor één grote familie zo lijkt het, in het (enige) klaslokaal van deze voormalige school (met een grote houtkachel voor de koude winters).
Wij blikken even in de keuken waar uien en tomaten -zo groot als kleine meloenen- worden gesneden. Onder het dekken heeft José keiharde rockmuziek op staan. We moeten nog 10 minuten wachten voor ‘la comida’ wordt geserveerd. José is een enthousiaste vent, uiterst vriendelijk, mooie zware stem, tanig gezicht (roker?) en de nodige tatoeages op de armen; een ouwe rocker afgaande op zijn muziekkeuze. Als we mogen aanschuiven blijkt dat wij niet de enigen zijn die dit ongekroonde sterrenrestaurant in de middle of nowhere hebben ontdekt. Allemaal lokale produkten. Twee kleine voorgerechten, twee kleine hoofdgerechten en de lekkerste toetjes doen onze middag beginnen met een dutje in een weiland aan de rand van dit goddelijke culinaire gehucht. En de bediening van José maakte het plaatje compleet. Zo kan gastvrijheid dus ook zijn.. 🙂
Traditiegetrouw spelen we bij de borrel gin-rummy (what’s in the name..). Jan is oppermachtig en verslaat Rianne en mij met overweldigende score. Morgen weer een poging: het vraagt om revanche!
Jammer dat Jan en Rianne straks weer naar huis gaan.. Van Ochagavía (Ezcároz) nemen zij de bus naar Pamplona en daarna de trein naar Bilbao en de vlucht naar NL.
Wat zal ik ze missen!
Die revanche moet nog even op zich laten wachten… 😉. Gek om weer in de bewoonde wereld te zijn. Was een mooie tocht!
Je weet, van 7-10 kan je nog 4 dagen meelopen met Bas. Goed Bas…? 😇
Mooi jongens!
..en meisjes! 🙂
Heerlijk moet het geweest zijn met zn 3en te lopen en de ervaringen en ontberingen te delen. Nu alleen aan de bak , Frank, zet m op! Ik kijk uit naar het vervolg- reisverslag, liefs v Mieke
Dank je lief, zal zwaar worden, zonder potje kaarten 😉 maar heb er zin in! 😘