12-13 Augustus, zwaarbewolkt, geen wind.
Nog even over gisteren: voldaan over de hele etappe en het laatste stuk naar Alesjaure drinken we daar aangekomen in de avondzon een paar heerlijke blikjes ‘Noors goud’, gekocht in het kleine winkeltje van het fjällstation. Het gaat er gemoedelijk aan toe: “hoeveel blikjes? Oké, buiten zelf uit de grote emmer vissen”, die gevuld is met ijskoud water uit de rivier om de cola en het bier te koelen. Er is niet genoeg electriciteit om een koelkast te laten functioneren en wat zou je, als de koeling ook gratis kan. Toen we gisteren de laatste keer de rivier overstaken zagen we in de rivier een soort boei liggen, met een propellor aan de achterkant en een lange dunne slang naar de stuga. Een ingenieus systeem om niet met water te hoeven sjouwen; het stroomt zo koud naar de hut!
Ook de politiegroep is gearriveerd. Het is eerst nog ‘hij en zij’, maar wat later zit de instructeur zowaar op een bankje tussen de groep. Ook René en Gerrit zitten er bij, een duo dat we regelmatig onderweg tegenkomen en met wie we meestal even een praatje maken. We vermoeden op dat moment dat zij ook min of meer onderdeel van de politiegroep vormen, maar dat blijkt achteraf niet te kloppen. Even later moet er ‘gebriefd’ worden en is het zenuwen alom. “Weet jij waar we naar toe moeten”, hoor ik iemand van de groep zeggen, maar de ander heeft geen idee. Gewoon ‘opkrullen’ in het bos lijkt ons de meest waarschijnlijke optie.
Wij hangen nog een beetje op het veldje, genietend van de laagstaande zon met onze blikjes en de nootjes die Nico nog in zijn tas heeft zitten. Iets verderop is het een komen en gaan in de bastu-stuga, het saunahuisje dat ook hier populair is bij met name de scandinavische deelnemers. Dik en dun loopt naar de rivier voor een ijskoude duik. Ons niet gezien… brrrrr.
Maar plotseling begint het te spetteren. De regen die ons op de hielen zat heeft ons toch nog ingehaald. Na een snelle maaltijd, zittend op onze zitmatjes (Bas en Nico op hun ‘Turken-lappen’, wat niet vervelend bedoeld is, maar wat is afgeleid van de officiële benaming van de tas die ik als ‘Turkentas’ via internet heb gekocht en waarin mijn rugzak is vervoerd in het vliegtuig, maar die bij aankomst toch niet zo stevig is gebleken en was gescheurd en waarvan Bas en Nico bij gebrek aan een zitmatje -stond niet op de paklijst, mijn fout- twee mooie lichtgewicht zitlappen hebben geknipt), duiken we rond negen uur de tent in, op ons mooie plekje in het bos. Op dat moment is een groepje Zweden naast ons nog bezig hun kamp op te zetten. Onder luid kabaal worden takken verwijderd, stammetjes gekortwiekt en de grond geëgaliseerd. Een stuk of wat tenten en een tipi verrijst in korte tijd tussen de bomen en terwijl wij rustig in de tent liggen te lezen wordt er druk gepraat en gelachen en dat alles in de regen. Stoere kerels dus!
De volgende morgen, vandaag dus, blijkt dat we allemaal onrustig hebben geslapen. Niet vanwege onze buren, maar vanwege de regen die continu en gestaag op het doek kletterde. Mijn oude tent blijkt niet helemaal waterdicht, maar vooral omdat door de wat krappe behuizing af en toe binnen- en buitentent met elkaar in contact zijn gekomen, een garantie voor water in de tent. Ook bij ons is het klam, maar vooral door condenswater op de slaapzak. Zowel Bas als Nico moesten er tot overmaat van ramp ’s nachts gelijktijdig uit om het bos van nóg meer vocht te voorzien, dus een lekkere nacht was het niet. In ieder geval zonder muizen!
De Zweden naast ons zijn alweer vertrokken, maar daar hebben we gek genoeg niets van gemerkt.. De regen is in de ochtend gestopt, maar alles is natuurlijk zeiknat. Tsjonge, dat we dit nog mogen meemaken: een natte tent opbergen! Het is dat het de laatste nacht is, want anders waren we niet zo vrolijk. Nico en ik slobberen de laatste mueslizak naar binnen en dan zijn we klaar voor de laatste etappe van 15 km!
Omdat de lucht nog dreigend is starten we in regenkleding en trekken we de regenhoes over de rugzak. Hebben we die dingen in ieder geval niet voor niets meegenomen! Maar na minder dan een kilometer klaart het al weer op en lopen we te zweten in onze jassen. Uit die boel! De laatste dag heeft zon voor ons in petto en de stemming is opperbest. Bas belooft een duik te nemen in het meer onderweg en meent dat Nico een zelfde belofte heeft gedaan. Die houdt zijn loopstokken nog iets stijver vast en zijn vertwijfelde lach spreekt boekdelen..
Het zou er niet meer van komen.. Onderweg lopen we alleen nog langs de rivier die inmiddels diverse stroomversnellingen kent; geen plek om even rustig te baden. Verderop perst het water zich door een kloof, waar de woeste witte golven haasje-over lijken te spelen. Ook de politiegroep staat er net als ik foto’s van te nemen. Ik word aangesproken door Maartje, een vrolijke blonde Hollandse meid (dame, sorry), die me boven het geluid van de rivier iets probeert duidelijk te maken met een professionele camera in haar hand. Ik begrijp eruit dat ik een foto van haar en haar collega’s moet maken, maar tot mijn verbazing wil zij mij op de plaat. Nu, dat is natuurlijk een compliment, “als ‘ie maar niet op faceboek komt”, maar het blijkt vnl. de metgezel op mijn rugzak die vertedert. Dat ik iets met zwijnen heb is inmiddels gevoeglijk bekend en een trofee van het Oktoberfest een paar jaar terug heb ik (speciaal voor de finish, moet ik bekennen) op m’n rugzak bevestigd. Als ‘echte’ woudloper over de meet gaan, dat is toch wel mijn ultieme doel..
De laatste kilometer is onwerkelijk. We zien weer een brug waar zowaar een auto overheen rijdt. Nog een paar honderd meter langs de asfaltweg (tsjonge, wat loopt dat makkelijk!) en vervolgens duiken we onder de weg door, een bordje ‘550m till mål” volgend.
Plotseling staat daar een groot, niet bepaald mooi gebouw en als we de hoek om lopen wordt er enthousiast geklapt voor alweer een plukje deelnemers dat het gehaald heeft. Vlaggetjes en een tent met uitnodigend ‘Trekkers Inn’ geven de lopers, ons in het bijzonder, een warm welkom. Blonde vrijwilligsters bij de finishlijn staan ons op te wachten met bekers bosbessensap.. Kan het Zweedser?
Boekje ingeleverd, stempel gezet, ‘gouden’ medaille in ontvangst genomen en na 95 uur en 46 minuten (“Waarom hebben jij en Nico 46 in je boekje staan en zijn Bas en ik pas na 47 minuten gearriveerd?” vraagt HK quasi verontwaardigd, “we zouden toch gelijk finishen”?). Nu is deze tijdvermelding natuurlijk volkomen nutteloos, maar enige competitie is natuurlijk gezond, al kan je dat betwijfelen bij de snelste deelnemer van dit jaar: 110km in 16:05 uur… Dat is gewoon nìet voor te stellen, met het enkelbrekende parcours dat we hebben afgelegd in gedachten…
Overal staan rugzakken in het gras en wij hoeven niet lang na te denken over wat wij nú gaan doen. We gaan aan de klaargezette picknick tafels zitten en laten de NG-tjes rijkelijk stromen. We zien allerlei bekende gezichten, Gerrit en René, de sirene en haar partner (“bedankt nog voor de tips…grrr”), de senf-gruppe en niet te vergeten de politiesportbond.
Iedereen, ook wij, klappen bij alle nieuwe binnenkomers. Een mooie afsluiting.
Later, in de tent, komt Emma bij ons aan de tafel zitten. Zij heeft de tocht alleen gelopen.. in drie dagen.. 35 tot 40 km per dag.. en met een rugzak van 19 kg!! Pfff, dat is nog eens doorzetten! Ze blijkt een jachtvergunning te hebben (waarschijnlijk getriggerd door mijn muts..), hoewel ze de rendieren onderweg ongemoeid heeft gelaten..
We eten heerlijke rendierburgers, die inmiddels vaste kost zijn geworden, maar Bas vergist zich in een bestelling en komt met falafel aan. Geen vlèès!? Dan nóg maar een keer een extra bestelling, mèt vlees. Als Nico een glas wijn over mij heen kiepert, zit de stemming er helemaal goed in! (geeft niet Nico, de trui is toch rood). 😉
Het gebouw waar we zijn aangekomen blijkt het Abiskoturiststation te zijn, waar we vooraf een cabin hebben gereserveerd. Onze cabin is een ruim huis en we genieten om de beurt van een lange warme douche tot de vingers gerimpeld zijn. Met medelijden kijken we uit het raam waar buiten, in het gras rond de huisjes, talrijke tenten staan van deelnemers die nìet op tijd een kamer gereserveerd hebben (of gewoon nog steeds aan hun tent verknocht zijn). Wij zijn in ieder geval dolblij met een echt bed! Het feest met muziek in de Trekkers Inn maken we niet meer mee. Kèn je nagaan!
De volgende morgen ontbijten we aan lange tafels met de heerlijkste dingen, die we de afgelopen vier dagen hebben moeten ‘ontberen’. Ook Emma schuift aan; zij heeft de nacht in de gang van het hotel doorgebracht, op de grond… Tsja, zo’ n doordouwer laat zich nergens van terugschrikken. Ik hoor ‘iemand’ zeggen dat er bij ons in het huis nog voldoende plaats was geweest… op de bank.
In de lobby is het een gekrioel van jewelste. Allemaal mensen die op tijd de bus of de trein willen halen; de meesten naar het vliegveld in Kiruna. Ik zie zelfs een fietser, bepakt en bezakt. Die gaat er nóg een tocht aan vastplakken! De politiegroep heeft een eigen bus gechartered; om zéker op tijd te komen… dachten ze…
Wij gaan ruim voor het aangekondigde tijdstip naar de plek waar de FC-bus ons zal oppikken en moeten daar dus wel even wachten. Een laatste blik op de bergen rond Abisko, op de ijzerertsmijnen waar het gebied trouwens ook bekend om staat, en het kraakheldere meer waar al dat woeste water waar we langs liepen naartoe stroomt. Het is alweer droog, met een aangenaam zonnetje.
In Kiruna lijkt er wat consternatie te zijn bij sommige reizigers, maar pas in Stockholm horen we de ware toedracht. Ook in Stockholm een paar mensen die van de gate waar we aankomen naar het internationale gedeelte van het vliegveld rennen. Hé, dat lijkt wel een aantal politiedeelnemers..
We hebben in Stockholm zelf vier uur overstaptijd (waarbij we nog wat souvenirs scoren voor het thuisfront) en drinken, net als op de heenreis op het zonnige terras een heerlijk ‘klientje’ (ook die blijft erin).
Gerrit en René zitten er ook. Van hen vernemen we wat er zo ongeveer gebeurd is in de politiegroep (de conversatie is mijn eigen interpretatie; de essentie is wat we van het duo vernamen):
“Baas, hoe laat gaat onze bus?”
“Niet mee bemoeien. Is allemaal geregeld. Geen zorgen. Ga maar slapen.” “Ja maar…”
“Wat zei ik? Opkrullen nu. Morgen brief ik jullie verder.”
De volgende morgen:
“Chef, klopt die tijd nu wel op onze ‘briefinglist’?”
“Ga je aan me twijfelen? Ik zeg toch dat alles picobello in orde is!”
“Maar onze vlucht…”
“Euhh, wat zei ik? Niet duidelijk geweest?”
“Ja maar…”
“Opkrulluh!!’
Het komt er op neer dat de groep te laat uit Abisko is vertrokken en dat daardoor een deel van de groep hun vlucht heeft gemist. Anderen hebben rennend geprobeerd nog een aansluiting te halen. Dat kan een aardige strop zijn als er omgeboekt moet worden. Maartje, die mij een bericht stuurt naar het prikbord, mailt mij overigens daarna monter dat ze er een leuk dagje Stockholm aan vastgeplakt heeft. Goed dat zij er het positieve van in ziet (en je hangt natuurlijk de vuile was niet buiten..).
Zou de leider geen tegenspraak hebben geduld? Was de kloof met de groep te groot? We weten het niet, maar er is voldoende reden om te speculeren over de manier waarop zo’n proces zich ontwikkelt, met onze simpele observaties van een afstandje.
Wíj hebben voldoende tijd voor onze vervolgvlucht. Tijd voor nog een heerlijke dikke hamburger bij Max, de lokale hamburgertent in Terminal 4. Na gisteren en vandaag is de illusie dat ik wellicht een kilo-tje ben kwijtgeraakt wel verdwenen.. We maken ons licht zorgen over het weerbericht: code geel in NL, met zware onweersbuien, die van Zeeland naar het noorden schuiven volgens de buienradar. De vlucht naar Amsterdam verloopt echter voorspoedig en we landen vlak bij de gates en hoeven dus niet nog een half uur te taxiën. Uitstappen bij C4 betekent bovendien ook snel bij de bagageband. De reserve Turkentas die ik bij me heb blijkt ook gescheurd; goed voor nòg een zitlap! Volgende keer toch maar een echte rugzakhoes kopen..
We worden alweer door H. en M. van het vliegveld opgehaald; als we naar buiten lopen begint het te regenen, om die nacht niet meer op te houden met donderen en bliksemen. Thor roert zijn -kennelijk toch aanwezige- staart om ons niet heel subtiel te laten weten dat we hem niet moeten vergeten.. mochten we nog eens terug willen komen.
De volgende morgen zit ik om 8:30 weer aan mijn bureau in Den Haag.
AAAHHHH, wat doe ik hier…!!
NB: mijn schrijfselen zijn niet bedoeld om mensen te kwetsen; iedere kwalificatie van personen in de afgelopen dagen is louter gebaseerd op visuele waarneming en, al dan niet aangevuld met wat creatieve gedachten, vertaald door een simpele geest, die toch niet beter weet. Ik hoop dat je er desondanks plezier aan hebt beleefd met lezen. 🙂
Jawel, je bent ze toch nog tegengekomen, Nils en Aka😀
Bedankt voor het delen van je
”Scandinavische kilometers”
Groeten van Els
Dank je Els, voor je leuke reacties. Nils en Aka zijn voorlees sentiment van 50 jaar geleden (toen televisie nog niet bestond…). Net zo spannend als onze tocht door de fjällen. Nu weer even wachten voor nieuwe avonturen! (nog geen plannen overigens).