Slecht weer, een ‘afrikaanse’ camping, ontmoeting met clubgenoot en mijn derde mijlpaal

3 Juni, 32e dag. Zwaar bewolkt, beetje regen. 85 km gefietst. Frankrijk heeft een ‘pont’ ofwel een bruggetje: hemelvaartdag vrij en vrijdag erna ook vrijgenomen, dus samen met het weekend vier dagen vakantie (ik vertelde er al over). En wat doen de Fransen tijdens hun ‘pont’? De ‘Pont’ bezoeken, oftewel: de Pont d’Arc, de beroemde natuurlijke rotsbrug over de rivier de Ardèche. Hèt handelsmerk van dit département en zéér populair bij mijn landgenoten.

Mijn route loopt op ongeveer 13 km afstand langs dit natuurfenomeen, maar ik besluit het overbekende plaatje toch eens te bekijken. Je komt niet vaak zo dicht langs een ‘wereldwonder’ als dit, nietwaar? Maar nauwelijks heb ik de afslag naar ‘Vallon Pont d’Arc’ en de ‘Gorges de l’Ardèche’ genomen, of ik beland in een file met andere pont-genoten. Je zou zeggen, dat is mooi: zij in de auto en jij op de fiets.. Nou, nee, de weg is zo smal, langs de kloof van de rivier, dat ik de auto’s in beide richtingen (velen met caravan en NL-nummerbord) niet kan passeren. Ik betreur mijn beslissing om deze D-tour (P-tour?) te maken, maar zet, omdat ik nu eenmaal de beslissing heb genomen, toch maar door.

De Pont is werkelijk fenomenaal! Wat de natuur uit zichzelf kan klaarspelen. Miljoenen jaren meanderend door het relatief zachte zand-kalksteen, totdat de slingers elkaar raken en uiteindelijk doorbreken, in dit geval resulterend in een natuurlijke brug. Ik maak er, net als honderden andere toeristen een hele serie foto’s van, van beide zijden. De kanoërs op de rivier zullen zich in een bevoorrechte positie wanen: geen file, hoewel er zich velen op de rivier bevinden. Maar zij moeten straks toch met de auto de terugtocht aanvaarden; tegen de stroom in varen -hoe rustig ook- zit niet bij de prijs inbegrepen. Wel een ritje met een busje… in de file.

Maar als ik tijdens de lunchpauze terugfiets blijkt het verkeer als een fantoom te zijn verdwenen. Iedereen aan de hamburger-friet, behalve de eenzame fietser, die besluit van deze rust gebruik te maken en snel naar zijn fietsroute terug te keren. Leve de maag, leve de honger (trek, volgens sommigen), leve de gewoonte om tussen 12:00 en 13:00 je auto langs de kant van de weg te zetten en te gaan eten. Ik profiteer van deze stilte en stel met plezier mijn ‘baquette fromage’ nog een uurtje uit. Als ik op de route terugkeer vind ik een stil weggetje en stil mijn dan inmiddels knorrende maag…

Ik eindig de nog steeds zwaarbewolkte dag in Saint Ambroix, op een door PB aangeraden camping, midden in het kleine stadje, met een heerlijk zwembad erbij. Dat was kennelijk in 2008 zo, maar nu is het zwembad kapot, zegt de bejaarde eigenaresse en zij int het campinggeld contant in haar schort, zonder bon of kwitantie, als zij op een klein vouwfietsje bij mijn tent voorbij komt. Het sanitair heeft een toegangscode, omdat de dorpsgenoten er anders ook gebruik van maken.. Ik vind de camping matig, maar ontmoet wel mede-fietsers: een nederlands stel, op weg naar Barcelona, dat een deadline moet halen en dus ’s ochtends al vroeg in de stromende regen is vertrokken, en een vlaams gezin uit Brussel: Toon, Catherine, Luca en Toine. De twee laatsten zijn hun kinderen van -ik schat- 1,5 en 3 jaar. Zij fietsen van Zuid naar Noord, dus terug naar huis. Grote koepeltent en beide op fiets met aanhanger: de één met de kinderen, de ander met de enorme hoop bagage die je met kleine kinderen nu eenmaal moet meenemen. ‘Pampers enzo’ (met ‘a’ uitgesproken; niet met ‘è’; fantastisch die Belgen, die alle buitenlandse woorden ‘vervlaamsen’). Erg aardige mensen; zij fietsen één dag en rusten dan één of twee dagen. De kinderen amuseren zich prima, de oudste met een grote tak sjouwend, de ander kruipend over het natte grindpad van de camping. Die bouwen wel resistentie op!
We maken allen, met toestemming van de oude dame, gebruik van de overdekte terrassen van de mobile-homes die ook op de camping staan, want het regent inmiddels pijpenstelen! Het dorpje zelf is niet ongezellig, maar nodigt nu ook weer niet uit om nog een nachtje te blijven.

’s Nachts regent het alweer ‘cats&dogs’ (ik verbaas me altijd over deze uitdrukking, die je zo leuk letterlijk in een andere taal kan gebruiken, maar dan snapt natuurlijk niemand wat je bedoelt..) en de donderslagen houden me langdurig uit m’n slaap. Mijn schoenen staan in de buitentent, maar die zijn in de ochtend vol water gezogen. Lekker fietsen met kletsnatte sportschoenen… Ten einde raad ga ik op mijn sandalen (speciaal meegenomen voor zwem-escapades in leuke snelstromende riviertjes..) in een caféetje mijn temparatuur en mijn telefoon opladen. Drie ‘grands crèmes’ moeten er aan te pas komen om me weer behaaglijk te voelen. Pfew, je zal dit weer maar weken achtereen hebben… De tent heeft zich in het nachtelijk geweld overigens goed gehouden! Als ik Toon ’s ochtends vraag of de kinderen goed geslapen hebben, i.v.m. het onweer, antwoordt hij dat zij niets gehoord hebben; het was toch niet dichtbij? Nou, het was récht boven ons hoofd, maar zoals kinderen overal doorheen kunnen slapen, heeft Toon kennelijk ook een ‘kinderlijke’ slaap over zich! Ik bewonder de rust die deze mensen uitstralen, terwijl kamperen met kleine kinderen toch een flinke dosis stress kan opleveren.

Die dag (4 Juni, 33e dag; 43 km gefietst) rijd ik naar een camping in Lezan, onder bezwangerde hemel, met dan weer regen, dan wind, en een zon die zich ècht niet durft te laten zien. De camping, Mas des Chènes (N44.0229 E4.0452) is drukbezocht: een nederlands stel met caravan en ik zijn de enige gasten die avond. De eigenaren hebben de camping 1,5 jaar geleden gekocht; het was één en al verval. Zij hebben er een frisse, schone camping van gemaakt, die ik niet speciaal zou noemen, ware het niet dat hij bij mij een afrikaanse sfeer oproept. Afrikaans? In Frankrijk?

Dat zit zo: hij ligt aan de traag stromende rivier de Gardon (zijrivier van de Gard, je weet wel: van de Pont du etc.), waar een witte koereiger opstijgt als ik aan kom lopen. Deze vogels zie je vaak in natuurdocumentaires op neushoorns of olifanten zitten. Ik hoor bovendien een duivensoort die ik ook alleen van dit soort natuurfilms ken en om het plaatje compleet te maken staan op de camping bomen van een accacia-soort, waaronder het geel geworden gras (van de droogte van de weken hiervoor) scherp afsteekt. Ik waan me in de Serengeti en er zou zo maar een krokodil uit de Gardon kunnen opduiken. Teruglopend kijk ik toch iets beter om me heen dan ik in normaal zou doen…

Wat ik nog niet verteld heb is dat ik hier aankomend aan de jonge eigenaresse vroeg of zij geen mobile-home of anderszins voor mij beschikbaar heeft. Ik heb geen zin om nog zo’n nacht in noodweer door te brengen. Als ik de prijs van een mobile-home te hoog vind, zegt ze met enige schroom dat er ook nog een kleine caravan is, maar die is sinds de winter niet schoongemaakt. Zij gaat mij voor als ik dit onderkomen wil bewonderen en aan de hopen gras en andere ingewaaide rommel te zien denk ik: ik ben de eerste gebruiker, prima! Alles beter dan de tent. Zij denkt daar kennelijk anders over en vraagt of ik een uurtje heb, zodat zij de caravan kan fatsoeneren. Ook prima; ik rijd terug naar het dorpje, naar een ‘hotel-restaurant’ dat ook in het boekje van PB wordt genoemd. De huidige eigenaren uit Algerije hebben er een luidruchtige snackbar/disco van gemaakt, maar de hamburger-friet-stokbrood smaakt er niet minder om. En met ‘ma’a salèma’ als afscheidsgroet creëer je vanzelf verbaasde, maar enthousiaste reacties. In koor wordt mij ‘salam aleikum’ toegeroepen (denk nu niet dat ik een talenwonder ben, maar als ik ergens kom, zoals jaren geleden in Egypte, probeer ik minimaal drie woorden van het land te leren, waaronder: goedenmorgen, goedenavond en tot ziens, en dat is het; o ja, en tot 10 tellen, altijd handig, als bankman..). Maar ook nu komt het van pas, want ik mag mijn koffie niet betalen!

Twee uur later kom ik terug op de camping.. is de vrouw nog steeds aan het poetsen! Ik merk op dat ik ‘mr. le president’ niet ben, maar haar norm ligt hoog. Ik ben in de zevende hemel als ik de kleine caravan betreed: wat kan je kleine ‘luxe’ waarderen als kruipen in nat gras je alternatief is! Heerlijk, een echt bed en een kookstel en een voortent waar mijn fiets kan staan, droog dus. Ik geniet!

De volgende dag (5 Juni, 34e dag) wordt mijn ‘rustdag’; tijd om de was te doen (zondag) en mijn remblokjes van het achterwiel te vervangen. Ik merkte al dat deze rem nogal ‘sponzig’ voelde: hard knijpen, weinig reactie. Als ik de blokjes naast elkaar leg: oud en nieuw, dan schrik ik dat ik hiermee de laatste col heb afgelegd. Compleet versleten! Waar de nieuwe blokjes een flink reliëf hebben, hebben de oude geen enkel profiel meer, sterker, ze zijn nog niet de helft zo dik als de nieuwe blokjes. Dat werd dus tijd!

Ik heb die dag ook een afspraak met Kees, vriend en clubgenoot, die op 120 km afstand van mij vakantie houdt. Die omweg zou voor mij op de fiets 2-3 dagen kosten (een colletje of wat onderweg), maar met zijn auto is dat in twee uur gepiept. Als hij arriveert ben ik net klaar met mijn klusjes. Aan de plastic buitentafel van de caravan drinken we een glas en praten bij. Dat doen we verder op het gezellige terras van restaurant Meli-Melo (aanrader) in het nabij gelegen plaatsje Anduze. Leuk om elkaar ‘in den vreemde’ te ontmoeten! Kees, jongen, puik dat je na een zware tocht uit Nederland (met onderweg hetzelfde onweer als het ‘mijne’) bereid bent om nog eens in de auto te gaan zitten, naar mij toe..

6 Juni, 35e dag (90 km gefietst!). Redelijk mooi weer, zonnetje, weinig wind. Dat komt goed uit, want ik wil een alternatieve route volgen die door PB wordt beschreven als ‘een betoverend mooi’: het dal van de Buèges. Dat klinkt aanlokkelijk, ware het niet dat dit alternatief beduidend zwaarder is: een flinke steile klim, terwijl de andere keuze redelijk vlak is. Ik zwicht voor de betovering en sla op het keuzepunt de weg in naar St. Jean des Buèges. Na eerst een kleine klim kom ik aan de rand van een valei die oprecht mooi is te noemen. De betovering moet dan nog beginnen… Het dorpje in het dal ligt fantastisch in de halfzon: dan weer wel, dan weer niet belicht, zodat de heuvels lijken te bewegen in het licht. De afdaling naar het dorpje toe is vingertergend en ik ben blij de blokjes vervangen te hebben. In het dorp lijkt de tijd stil te hebben gestaan; een enorme plataan rijst op in het ‘centrum’ en het lijkt alsof het dorp rondom deze oude heer is gebouwd. Bij het riviertje de Buèges is een café-tje dat uitnodigt om te gaan zitten, maar ik moet nog een forse klim het dal uit…

Net aan de klim begonnen realiseer ik mij dat ik er al 60 km op heb zitten, eigenlijk mijn dag’tax’ en nu begin ik aan mijn tweede ‘hemelvaart’. Een camping à la ferme aan het begin van de bergetappe doet me bijna besluiten om te stoppen, maar het vooruitzicht op (alweer) slechter weer morgen doet me toch doorgaan. Het is maar 15 km?! Ik ploeg, ik ploeter, ik zweet, ik twijfel; doe ik hier goed aan..? Voordeel: het weggetje is uiterst rustig, net breed genoeg voor één auto en ik tel er hooguit een stuk of vier. Allemaal respectabel stoppend om mij met rood hoofd door te laten! Het laatste stuk van drie kilometer is volgens het hoogteprofiel in mijn boekje het zwaarste en dat is terecht. Ik slinger in laagste verzet naarboven. Alle drank is al op (twee liter Rabo-bidons en de dagelijkse liter melk; alleen nog een halve fles wijn in de tas, maar dat lijkt me geen toverdrank in dit geval..). Uitgeput kom ik aan op een hoogvlakte en de blik terug in het dal is inderdaad van wonderschoon: is dit werkelijk? Ruig en liefelijk tegelijk. Als een spaanse zigeunerin, maar dat zijn overpeinzingen die bij mij opkomen als ik niet meer helder kan denken. Of is het dan toch de betovering….?

De afdaling is een koude douche: moe, bezweet, met een frisse wind over de natte rug. Plus stijve vingers van het afdalen. Maar de wereld wordt wel weer aardser: wijngaarden en dorpjes. En meer verkeer. God, wat ben ik blij dat tijdens die steile klim niet continu een auto wilde passeren. Nu kon ik tenminste in mijn eentje afzien (zonder meewarige, of erger, schaterlachende toeschouwers). Ik maak die dag overigens mijn eerste ‘pr’ (vrij naar Quirin): een persoonlijk record van 90 km, met die bergetappe laat in de dag. De camping in Saint André de Sagosin, le Septimanien (N43.6397 E3.497) heeft een zwembad, het eerste dat gevuld én open is, en ik duik er meteen in, ongewassen met mijn fietsbroek aan. Ik ben de enige klant die 18 gr. ‘trotseert’, dus ik besmet er niemand mee. Die avond is er volop zon en ik profiteer van een niet bezette mobile-home naast mijn tent: voor mij een stoel en een tafel op het terras. Het voordeel van het voorseizoen. Alles smaakt die avond dubbel zo lekker!

7 Juni, 36e dag (53 km gefietst). Inderdaad is het weer verslechterd; zwaar bewolkt, af en toe wat regen. Vandaag ga ik de kust bereiken! Het landschap is beslist Mediterraner, maar de wijngaarden blijven. De druif is een muskaatsoort, waar men een zoetige witte wijn van maakt. Niet echt mijn ‘ding’. De temparatuur is niet Mediterraan: zo’n 17 gr. In een klein stadje voor de kust, Pézenas, werk ik in een cyberbar mijn weblog bij: foto’s opladen en van onderschrift voorzien. Ook weer een paar filmpjes toegevoegd! Wat foto’s betreft zijn jullie nu ‘bij’ tot vandaag. Er gaat zo maar 3 uur overheen voordat ik weer op de fiets stap…

Laat in de middag bereik ik Vias Plage en ik rijd mijn fiets een kleine duinovergang op. De zee, DE ZEE! De Middellandse Zee, zo grauw zo grauw, want dat is vandaag van toepasing. Ik loop het strand op en ‘zoen’ het water. Na 1880 km kan ik dit toch eigenlijk ook wel een mijlpaal noemen; mijn derde als ik het wel heb. Het plaatsje is van het toeristische soort: winkeltjes met (bad)kleding, strandspullen en ansichtkaarten. Alleen de toeristen ontbreken, afgezien van een enkeling. Er zijn hier massa’s campings die door PB worden ontraden: duur, vies en lawaaierig. Eigenlijk een reden om toch een kijkje te nemen (iedereen verdient een tweede kans..), maar de druppels die weer vallen doen me besluiten mijzelf voor deze mijlpaal te tracteren op een heus motel, 10 m van het strand. Met wat onderhandeling kom ik tot een acceptabele prijs en ik krijg een kamer met vier slaapplaatsen, waarvan ik natuurlijk het grootste bed ga beslapen. Gelukkig ook hier ‘oreilles’ in de kast, want die hoofdrol vind ik niks om op te slapen. Na een heerlijke pizza Siciliana in een restaurantje en een koffie in een lounchebar (nieuwe muziek gehoord: Jehro, lekker ‘laid-back’) geniet ik van een heerlijke nachtrust, maar word wakker van de wekker en vervolgens de televisie en een luide conversatie in de buurkamer… Oeps, wat moet het hier in het seizoen verschrikkelijk zijn, met die gehorige kamers en dan waarschijnlijk overvolle bezetting. Zou PB wat betreft die campings dan toch ook gelijk hebben? Ik hoef er niet over in te zitten; ik ga weer verder, het binnenland weer in, richting Béziers, Cataluña in Frankrijk…

Advertentie

Over Biking Banker

Biker & Hiker and in between a Banker
Dit bericht werd geplaatst in Reisverslagen. Bookmark de permalink .

3 reacties op Slecht weer, een ‘afrikaanse’ camping, ontmoeting met clubgenoot en mijn derde mijlpaal

  1. mieke zegt:

    hi frankie, wat een afstand he! heb internet dus ff bijgelezen. Hoop op beter weer voor je a/d andere kant van de pyreneeen. lfs, m

  2. EJ zegt:

    Felicitations!!

    Prachtige mijlpaal, als ik zelf de zee na enige tijd weer zie neem ik altijd een slok zeewater als groet…

    Wel pech met het weer maar er lijken verbeteringen aan te komen. Morgen zon en wind in de rug, vrijdag en zaterdag wat bewolkt maar later in de volgende week ziet het er schitterend uit.

    • Hoi EJ, dank voor je weer-update! Vandaag begon ik vanaf de kust met zware bewolking, maar gaandeweg sloeg dit om in zon, maar wel met pittige wind tegen! Ik reed vandaag weer naar het westen en daar kwam de wind vandaan.. Wat is nu beter: bewolking en windstil of zon en wind; ik ben er nog niet uit.. Maar dat het komende dagen beter wordt is mooi nieuws! Die slok zeewater heb ik maar niet gedaan; ik houd het bij de lokale wijn, die Ilja Gort zou beschrijven als ‘niet van zeewater te onderscheiden’, maar ik vind ‘ze’ prima! Planning is zaterdag of zondag de Pyreneëen; houd me op de hoogte van de meteo! Groetjes aan P. -origineel bericht- Onderwerp: [Biking Banker] Reactie: “Slecht weer, een ‘afrikaanse’ camping, ontmoeting met clubgenoot en mijn derde mijlpaal”

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s