
Met recht zijn de Picos imposante toppen, die in de aanloop van het gebergte al behoorlijk stijl uit de zee rijzen. De busreis naar Arenas is al een avontuur op zich; hoe Alsa het kostendekkend weet te houden, weet ik niet, maar in de 3,5 uur (met tussenstop in Llanes) zitten tijdens het eerste deel nog flink wat schoolkinderen in de bus (bijna oordoppen nodig; wat een ongelofelijk kabaal! 🥴), maar het grootste deel van de rit zit ik in m’n eentje in een gigantische bus, die zich over de smalste weggetjes wurmt, zó smal dat de bus regelmatig stapvoets tussen berghuisjes moet rijden, met aan de ene kant een centimeter van een dakgoot verwijderd en aan de andere kant, ik schat, 1,5 cm van een muur. Op één punt reed de bus eerst frontaal richting de muur van een huis, om vervolgens, met wat heen en weer steken, diezelfde muur te ronden. Tegenliggers moeten zich bergen, want de bus heeft haast; en als een onfortuinlijke mobilist ons tegemoet rijdt, wordt deze onverbiddelijk de berm in ge’hola’d. Gelukkig maar dat ik hier op dit moment niet op de fiets zit, want zoals ik al eens eerder heb vermeld: openbaar vervoer is dan je ergste vijand. Maar nú trek ik, in mijn Alsa-capsule, even aan het langste eind! …maar ik heb toch maar even mijn heupgordel omgedaan.

Weer een leuk opvallend detail, althans dat vind ik: het staat hier vol met eucalyptus bomen (“boeie”, hoor ik Jan 30 jaar geleden zeggen..), maar er zou zo maar ineens een koala de weg op kunnen kruipen (arm beest, dat direct door de bus tot australische ‘tortilla’ wordt gepromoveerd). Gelukkig blijft het bij fraaie roofvogels; een wouw, een buizerd, en nog iets onbestemds, wat ik niet kon onderscheiden. En ondanks zijn laagvliegen moet de chauffeur hierin toch zijn meerderen erkennen.

Maar dat de nationale busonderneming, met grotendeels één passagier aan boord, over een afstand van 64km, vele piepkleine dorpjes aandoet via nauwelijks begaanbare bergwegen, verdient natuurlijk een internationale pluim. Ik neem daarom plechtig mijn oude FJ-pet af, omdat ik zonder Alsa waarschijnlijk een hele dure taxi had moeten nemen. Met een trots “que carretera, è?” zet de buschauffeur me af in Arenas, vanwaaraf ik nog 6km moet lopen naar Poncebos, waar ik een hostal heb geboekt. Aangezien er geen wandelpad is en lopen over de weg geen wandelen is, steek ik m’n duim in de lucht. Bij de eerste auto is het raak, een stel uit Vigo, Galicië, neemt me de laatste kilometers mee en zet me bij het hostal in de imposante kloof af.

Zonder een wezenlijke stap te hebben gezet, is het avontuur in elk geval begonnen…

…maar eerst even culinair bijkomen!
wat interessant om te lezen dat daar de schoolgaande kinderen in de bus gewoon met elkaar praten en dus niet in een eigen gesloten wereld gekluisterd zijn aan de iPhone. Wat dat betreft is de kakofonie van hun stemmen toch een deja vu en bevrijding wellicht.
Helemaal eens
Ik ga weer lekker mee genieten…
Vanuit de luie stoel toch? 😄
Mooi avontuur weer! En hoop dat je mooi avontuurweer krijgt. Zo niet, dan toch een troost: het slechtste weer én het lekkerste eten komt uit diezelfde hoek ☔️🍖
Olé!
Mooie start Frank!
Dank makker, zoals altijd: díe LP van Pink Floyd!
Let goed op jezelf!